Een woordje vooraf.

Een bijzondere mooie fietstocht naar Rome;

Een tocht die memorabele momenten heeft gebracht;

Een onderneming, die wederom heeft aangetoond, dat je echt meer kunt dan je denkt;

Een fysieke en mentale krachtmeting;


Elke beklimming is een overwinning op je zelf;

Kortom een erg zware tocht, die je laat voelen hoe nietig je als mens bent in het spel der elementen en de natuur in zijn algemeenheid.

Ik ben enorm veel dank verschuldigd aan mijn echtgenote Alice, die mij ook deze keer weer liet gaan en mij in staat stelde dit te mogen en te kunnen doen. Bedankt Alice!!!

Zie ook mijn/onze fietstocht(en) naar Santiago de Compostela:
http://maartenlautenslager.blogspot.com/ (2007)
http://vaderenzoonfietstocht.blogspot.com/ (2009)

zaterdag 25 juni 2011

Reisverslag Veldhoven - Rome.

Week voor het vertrek. (12 tot 19 mei 2011)

De donderdag heb ik na mijn werk mijn fiets opgehaald bij de fietsenmaker. De fiets is helemaal nagekeken en oké bevonden om te vertrekken. Vervolgens zijn de volgende dagen gewoonweg te kort en te druk geweest. Ligt natuurlijk voor het merendeel aan mezelf. Naast het normale werk, zijn er veel vakbondswerk gerelateerde werkzaamheden, die nogal wat tijd in beslag nemen.
De zaterdag is gereserveerd voor een bezoek aan mijn broer Olof. Zijn vrouw Tine, is jarig. Ze wonen in Zoetermeer en zondagmorgen om 02.30 uur komen we thuis van een bijzonder fijne dag. Om 10.30 uur staat spontaan en onverwacht een kennis op de stoep, die een bakje koffie komt doen. Hij realiseerde zich niet dat ik de komende donderdag zou vertrekken. De rest van de zondag ben ik bezig geweest met het vergaren en nakijken van hetgeen ik zal meenemen. Ik maak nog een lijstje met boodschappen. Maandagmorgen de boodschappen gedaan, aangezien ik die dag middagdienst heb. Dinsdagmiddag heb ik vrij o.a. in verband met de verjaardag van Niels, met wie ik in 2009 naar Santiago de Compostela ben gefietst.( http://vaderenzoonfietstocht.blogspot.com/)
Ter ere van zijn 26ste verjaardag trakteren Alice en ik hem op een dinertje in de Dorpsherberg in Zandoerle, waar we ook nader kennis maken met zijn vriendin Cherish. De woensdag is mijn laatste werkdag voor mijn vertrek.
De avond gebruik ik om mijn bagage in de juiste gewichtsverhouding op mijn fiets te verdelen. Het vergt nogal wat tijd, maar het verdient zich terug gedurende de fietstocht. Even na middernacht gaan we slapen.

Donderdag 19 mei 2011. (dag 1)

Na toch wel een goede nachtrust sta ik om 04.30 uur naast mijn bed, omdat ik me voorgenomen heb met zonsopgang (05.40 uur) te vertrekken. Waarom ik dat wil ligt in het feit dat er wellicht een paar mensen zijn, die mij spontaan zouden willen komen uitzwaaien, hetgeen ik eigenlijk niet wil. Ik wil samen met Alice ontbijten en met de stille trom en dus geruisloos aan mijn (eerste en echte solo-)fietstocht naar Rome beginnen.
Het tijdstip van 05.40 uur haal ik dus niet, maar als ik de laatste keer achterom heb gekeken en naar Alice heb gezwaaid en langs de Lambertuskerk in Meerveldhoven fiets, zie op de kerktoren dat het precies 06.00 uur en realiseer me dat het ook een mooie tijd is om te vertrekken.. Het is stil in Veldhoven en via de provinciale weg rijd ik naar Valkenswaard richting Belgisch Limburg. Op de grensovergang naar België maak ik een foto. Kort nadat ik weer op de fiets zit, meen ik in een fietsende tegenligger een collega te herkennen, wellicht op weg naar het werk in Eindhoven. Enthousiast groet ik hem en ik zie aan zijn non verbale reactie zoiets van, waarvan ken ik die vent. Inmiddels ben ik in de gelegenheid geweest de bewuste collega te bevragen en het klopt. Hij had me gezien en zijn gedachte was, waar gaat hij toch naar toe. Hij wist niet dat ik een fietser was (en zeker niet naar Rome), grappig.....!!!!
De eerste kilometers gaan in een redelijk tempo. Ik moet wel even de juiste cadans vinden. Ik heb het vermoeden dat ik weer te veel bagage heb meegenomen en dat terwijl ik zoals zoveel fietsers predik: “De kunst van het weglaten”. Voor de geïnteresseerden merk ik op dat ik geen paklijst heb gemaakt. De route die ik heb uitgestippeld is niet ingewikkeld en voor ik het zelf in de gaten heb, ben ik al om 10.05 uur op het station in Maastricht. Volgens het routeboekje kan ik daar de beschreven route naar Rome oppakken. Maar voor ik dat doe, telefoneer ik onder het genot van een lekker laatste kopje Nederlandse koffie, even met Alice, om haar op de hoogte te stellen, dat ik meer dan goede vorderingen maak. Naar mijn eerste plaats van overnachting in Bemelen is het slechts 12 kilometer. Ik besluit door te fietsen tot zover het lukt. De benen voelen goed en het weer is me ook gunstig gestemd. Ik kom langs een mij bekende horeca-gelegenheid, waar ik met mijn afdeling na een mooie zonnige teamdag van een lekkere barbecue heb genoten. Een afsluitend feestje met karaoke. Rond 16.00 uur kom ik in Walhorn aan en wordt verwezen naar camping Congolo, welke niet in het routeboekje staat vermeld. De eigenaresse voelt zich gevleid als ik haar voorstel, de heer Paul Benjaminse, de auteur en samensteller van het routeboekje, te informeren over het bestaan van deze overnachtingsmogelijkheid. De camping is redelijk tot goed qua voorzieningen. Er is geen winkeltje of iets dergelijks, maar het dorp is ongeveer 1,5 kilometer lopen/fietsen. Na het opzetten van de tent en het douchen maak ik wat eten voor mezelf. Even na 17.30 uur komt er een Nederlands echtpaar aan. Ze blijken uit Alkmaar afkomstig te zijn en zijn vanmorgen met trein naar Maastricht gereisd om daarna maar meteen de eerste fietskilometers te maken. Het is een opgewekt en vrolijk stel van achter in de vijftig en ze zijn samen op weg naar Rome.
Statistiek: Veldhoven – Walhorn 130 kilometer in 7 uur en 13 minuten (gemiddeld 18,04km/u.)

Vrijdag 20 mei 2011. (dag 2)

De wekker staat op 06.30 uur, want ik wil er vandaag, gelet op de ervaring van gisteren, er flink tegenaan. De Nederlandse echtpaar blijkt al op te zijn, terwijl ze gisteren nog hadden verteld, dat ze vandaag wat rustiger aan zouden doen en niet al te vroeg zouden vertrekken. Ondanks dat vertrekken we toch met z’n drietjes om 08.00 uur. De eerste 2 kilometers zijn in tegenstelling tot de 2 laatste van gisteren echte cadeaumeters, we dalen af naar het dorp.
Meteen na de eerste bocht zie ik een “Konditorei/Bäckerei”. Het is voor mij erg belangrijk om elke dag weer tijdig mijn eten te scoren. Dus ik beslis het Nederlandse echtpaar te laten gaan en zelf te stoppen om wat in te kopen. De twee vervolgen in de warme ochtendzon hun weg en ik zie ze uit mijn gezichtsveld verdwijnen. Vervolgens word ik door de bakkerszoon, het lijkt wel een “Michelinmannetje”, van top tot teen bekeken. Hij doet zich in de winkel uitgebreid tegoed aan de lekkernijen uit eigen keuken, onder toezicht van een vrouw, die kennelijk zijn moeder is. Althans dat vermoed ik, gezien de gelijkenis van beiden. Ik maak een keuze uit het uitgebreide assortiment croissants en andersoortige broodjes. Bij het opstappen word ik aangesproken door een wat oudere uitziende, doch vitale man, die vraagt of ik onderweg ben naar Santiago de Compostela. Ik moet hem teleurstellen met het antwoord: “Rome”. Maar als hij van me hoort, dat ik reeds 2 maal de "Camino" heb gefietst, vertelt hij me vol trots, dat hij vorig jaar naar Compostela gelopen is. Na een minuut of tien fiets ik het Duitstalige dorp Walhorn uit. Het is een keren en draaien en volgens mijn oriëntatiegevoel, hetwelk overeenkomt met dat van een bejaarde, gestoorde postduif, blijkt de realiteit niet overeen te komen met wat in het routeboekje staat beschreven. Overigens gedurende fietstocht heb ik dat probleem meerdere malen. De beklimmingspercentages hakken er echt flink in. De warmte slaat in alle hevigheid toe en veel eerder dan ik had verwacht, vraagt mijn lichaam om vocht. Na enige tijd rijdt een Duitssprekende Belg mij voorbij en hij vraagt mij wat mijn bestemming is.
Hij biedt me aan samen op te fietsen. We praten over het weer, de omgeving, de natuur en het werk dat we doen. De man blijkt een leraar metaalbewerking te zijn in het speciale onderwijs op een regionale internationaal getinte school. Er komen leerlingen uit Duitsland en Luxemburg naar de school. De kilometers vorderen en nadat de man zijn eigen weg naar huis heeft genomen, slaat de man met de figuurlijke hamer ombarmhartig hard toe. Het voelt als een combinatie van hongerklop, tekort aan vocht, vermoeidheid, omschakeling van dagritme etc. Met regelmaat moet ik op de korte steile hellingen ervaren, dat ik niet die kracht heb om in een regelmatig tempo naar boven te rijden. De hartslagmeter liegt niet. Ik berust erin en luister naar mijn lichaam.
Ik spaar bewust mijn kniegewrichten. In een bosachtig gedeelte besluit ik te pauzeren, wat te eten en koffie te drinken. Ik heb dan slechts in 2 uur tijd maar 21 kilometer gefietst. Net als ik mijn koffie op heb, zie ik het echtpaar uit Alkmaar. Beiden op een zeer kleine versnelling. We rijden gezamenlijk verder tot Sourbrodt, waar het echtpaar blijft pauzeren. Ik rijd op mijn tandvlees door. In het plaatsje Bütgenbach neem ik in het restaurant een goede en stevige maaltijd (Gordon Bleu), waarna ik doorrijd naar Büllingen, camping Edelweis even voorbij Vianden, ondertussen passeer ik de Belgisch -Luxemburgse grens. Dat zal vandaag nog wel enkele keren vaker gebeuren, door de groene en natte grens, de rivier, te passeren. Het is de voormalige gemeentelijke camping, die thans geleid wordt door een Nederlander. Ik krijg een mooi plaatsje, voorzien van stroom, helemaal boven op de heuvel van de camping. Er staat een mooie houten tafel, waarvan ik dus goed gebruik van kan maken. Ik zet mijn tent op en richt hem in en terwijl ik daarmee doende ben breekt er een geweldig onweer los. Donder, bliksem, hagel, wind en hevige regen geselen de camping en dus ook mijn tentje. Ik moet aan Alice denken, die is als de dood voor donder en bliksem. Het geeft mij in ieder geval een lekker gevoel, want ik houd wel van een stortbuitje. In eerste instantie beoordeel ik of de tent bestand is tegen de elementen. Ik krijg er een goed gevoel over en zet een bakje koffie, eet wat en drink een kopje bouillon. Vervolgens wacht ik tot de natuur tot rust is gekomen en neem ik een douche. Fris en monter duik ik voor ongeveer 1,5 tot 2 uur in mijn slaapzak, waarna ik volgens afspraak om 19.00 uur een telefoontje pleeg met Alice. Ik krijg te horen dat Niels naar de huisarts is geweest, omdat hij last heeft van een flink ontstoken oog. Hij is doorgestuurd naar de oogarts in het ziekenhuis. Van de oogarts heeft hij een verbod gekregen om 2 weken niet te werken en dat is dus begrijpelijk voor een vrachtwagenchauffeur. Even later loop ik naar het hotel naast de camping voor een extra (wellicht mijn eerste pasta-)maaltijd.
Er kan alleen à la carte worden gegeten en van plateservice hebben ze nog nooit gehoord, laat staan van pasta. Ik besluit een biertje (BIÈRRE, C'EST LA COUPE DES JAMBES) te drinken, neem de route voor de dag van morgen door. Ik overweeg mijn oudste zoon Jeroen te bellen, die vandaag zijn 29ste verjaardag viert. Ik kies er toch voor om hem te bellen, ondanks het feit dat hij er bewust voor gekozen heeft zijn eigen weg in het leven te gaan. Ik feliciteer hem en wens hem sterkte op weg naar het 3de kruisje. Indachtig het telefoongesprek loop ik vervolgens terug naar de camping en ga om 21.45 uur doodvermoeid naar bed.
Statistiek: Walhorn – Bütgenbach 59 kilometer in 4 uur 37 minuten (gemiddeld 12,66 km/u.)

Zaterdag 21 mei 2011. (dag 3)

Als ik wakker word, blijkt het licht te vriezen. Ik schat een graad of -2 Celsius op klomphoogte. In ieder geval voor de tijd van het jaar echt te koud. De tent wordt dus aanvankelijk bevroren en kletsnat ingepakt en dat is dus merkbaar aan het gewicht. Ik schat de een gewichtstoename van ongeveer 2 à 3 kilo. De routine van het inpakken heb ik bijna weer te pakken. Na het kopje koffie verlaat ik de camping die op deze zaterdagmorgen nog in diepe rust verkeerd. Geeft een lekker gevoel, dat er geen mensen op je vingers kijken, om te zien wat je zoal doet. De route oppakken in Büllingen is geen probleem. Het vinden van een bakker ook niet. Het was deze keer gewoon een mobiele vrouwelijke bakker, die met haar auto de lokale bevolking aan huis voorziet van hun dagelijkse brood. Op één of andere manier blijkt de realiteit van de route weer af te wijken van de beschrijving in het boekje. Ik rijd terug en kan maar niet ontdekken waar het fout is gegaan. Ik verlies erg veel tijd met zoeken. Gedurende het fietsen geniet ik wel van de natuur en het weer. Gedurende het zoeken ontdek ik op het wegmeubilair de mij welbekende stickers met de Jacobsschelp, die de weg wijzen naar Santiago de Compostela: "de tekenen van hoop, zoals ik dat in eerdere weblog beschreef." De rit van vandaag is erg relaxed, maar de beoogde afstand van 125 kilometer tot op een camping na het Müllerthal zal ik niet halen. Ik steek de grens naar Duitsland over, omdat daar een aantal relatief nieuwe campings zouden zijn. Het klopt, maar op de eerste camping is men druk doende de wegen aan te leggen (asfalteren), de stoepen aan het bestraten. Kortom een drukte van jewelste. Als blijkt dat ik geen gebruik kan maken van mijn creditcard rijd ik door naar de volgende camping ongeveer 6 kilometer.
Het Müllerthal ligt nog zeker op een afstand van meer dan 30 kilometer.
De volgende camping is een seizoenscamping, die juist 1,5 week na de winter weer open is. Er nog ruimte zat. Ik krijg van de Nederlandse beheerder een mooi plekje toegewezen in de volle zon. Mijn tent is nat en op die manier kan die mooi opdrogen. Dat is dus in een mum van tijd ook met behulp van de aanwakkerende wind het geval.Ik vraag aan de beheerder of er een geldautomaat in de buurt is. Hij verwijst me naar het oude station op ongeveer 900 meter van de camping. Er blijkt dat er daar dus geen is, maar wel in het dorpje 6 kilometer stroomopwaarts aan de Luxemburgse kant van de rivier. Het betekent dus 12 kilometer extra. Je hebt als fietser recht op ontbering of niet!!! Terug op de camping blijkt er een Nederlandse koppel/echtpaar te zijn aangekomen uit de Achterhoek. Hij zegt gepensioneerd beroepsmilitair te zijn en zij, oogt aanzienlijk jonger, werkt nog bij de Nederlandse belastingdienst. De man laat duidelijk blijken nog volop in het leven te staan met, deze, zijn 4de vrouw. Ze lijken wel een jong verliefd stel. Ze lachen wat af en het is komisch om te zien.In het restaurant naast de camping, vul ik mijn voorraad koolhydraten aan met een goede maaltijd om te voorkomen dat ik morgen de man met de hamer weer tegenkom. Ik word bediend (niet door de pastoor dus), maar door een perfect Nederlands sprekende Duitse jonge vrouw afkomstig uit het voormalige Oost Duitsland. Ze vraagt mij, als ik alleen aan tafel zit, of ik wil . Ik kijk haar vragend aan, vraag: "Welke partner?" Als het haar duidelijk is dat ik alleen onderweg ben, zegt ze vlug, dat ze zich om mij zal bekommeren. Elke keer als ze in de buurt is, zegt of vraagt ze wel iets. Op een gegeven moment word ik in restaurant aangesproken door een Duitse vrouw, die duidelijk verlegen zit om een praatje en/of gezelschap. Een zogezegd wat opdringerig type. Ze zegt in de Heer te zijn en zich met mij spiritueel verbonden te voelen. Ik voel dat de situatie wat onaangenaam wordt, maar ik ben wat blij dat mijn dessert wordt geserveerd, zodat ik snel kan afrekenen en vertrekken. Overigens zonder koffie na. Tegen 22.45 uur lig ik in mijn mandje.
Statistiek: Bütgenbach – Gentingen 100 kilometer in 5 uur en 54 minuten. (gemiddeld 16,99 km/u.)

Zondag 22 mei 2011. (dag 4)

Ruim voor de wekker zich laat horen, ben ik wakker en ik sta om 05.45 uur op. Wederom alles nat ingepakt. De hoge luchtvochtigheid is daar debet aan. Ook deze keer is het gewoon de weg volgen richting Müllerthal. De cadans van het fietsen is er eigenlijk meteen en dat geeft een gevoel van vertrouwen. Dus goed gemutst er tegenaan! De weersverwachting voor vandaag is volgens de weerman van de campingbeheerder als volgt: “Geen zon, maar wel droog”.
Niets daarvan is waar dus. Onderweg hevige regenbuien met onweer, flinke windstoten en alles wat je verder maar kunt bedenken, maar net geen sneeuw en vorst. In dit weer fietsen heeft op zich ook zijn charmes, bedenk ik me. Het leert je omgaan met de beperkingen die je als fietser hebt in het verkeer. Het is dus dubbel oppassen. In het Müllerthal klaart het weer enigszins op, doch het is er erg donker als gevolg van de hoge beboste rotswanden. Het oogt alleszins erg mooi, maar gelet op mijn herinneringen van enige decennia geleden lang niet zo spectaculair. In Schengen aangekomen ga ik op zoek naar een mogelijkheid om iets te eten. Alles blijkt te zijn gesloten behalve de Chinees. Ik verorber een goede, lekkere en voedzame Chinese maaltijd en bedenk me al etende: “Ik eet Chinees in Schengen, als dat maar niet mijn Waterloo wordt!!”Ik kom steeds meer tot de ontdekking, dat het routeboekje door mij verkeerd wordt gelezen. Nou ja, een kleinigheidje blijf je houden. Na de pauze trekt de hemel open en de zon laat zich volle glorie zien. De temperatuur wordt ook aangenamer. De eerste wijngaarden doemen op. Rond 18.00 uur vraag ik me af: “Haal ik mijn beoogde aankomstplaats vandaag wel?” Na bestudering van de route kom ik tot de conclusie dat dat niet gaat lukken. Ondertussen ben ik wel in 5 dagen fietsen in Frankrijk aangekomen en dat geeft de burger moed. Ik begin aan een vervelende landurige zoektocht naar een gîte, chambre libre, een pension, een klein hotelletje. Campings zijn in dit gebied vergeefse moeite. Volgens afspraak om 19.00 uur weer telefonisch kontakt met het thuisfront. Alice maakt zich zorgen en niet ten onrechte. In een klein dorpje kom ik aan bij een hotel/restaurant, waar ik meteen voor het restaurant wordt geweigerd. Als ik heb uitgelegd, dat ik een plaats zoek om te overnachten, wordt mij de “laatste” hotelkamer aangeboden voor € 150 p.p.p.n. excl. ontbijt en € 10 voor het stallen voor de fiets. Kortom hier wordt getracht mij, op zijn Frans gezegd, ordinair een poot uit te draaien. Ik besluit door te rijden en in het volgende dorp vraag ik naar een “auberge”. Ik word vriendelijk op mijn wensen bediend en de weg wordt gewezen naar een “herberg” even buiten de bebouwde kom. Als ik daar aankom, blijkt de gelegenheid een ordinair bordeel te zijn. Ook hier laat ik deze overnachtingsmogelijkheid aan mij voorbij gaan. Ik bedenk me nog wel dat zo’n overnachting aanzienlijk prijziger zal zijn dan het eerder genoemde hotel!!
In het wat grotere dorp even verderop zie ik een uithangbord met het opschrift: “Chambre Libre” (met telefoonnummer). Ik heb het nummer vruchteloos gebeld. Inmiddels is het ruim 21.00 geweest. Ik spreek een oude man aan die samen met zijn vrouw zijn oude Peugeot uit 1955 in de garage aan het parkeren is. Hij belt enkele plaatselijke kennissen op om mij aan een slaapplaats te helpen en ook dat loopt op niets uit. De laatste mogelijkheid is het hotel in de regiogemeente Faulquemont. De man biedt aan het hotel te bellen. Even later komt hij weer naar buiten en zegt dat er nog kamers beschikbaar zijn. Men heeft hem toegezegd, dat er een kamer is gereserveerd voor mij. Ik ben uiteraard erg gelukkig met dit resultaat. Het nadeel is dus wel dat ik nog ruim 20 kilometer moet fietsen en het is al donker. Als ik bij het hotel, Le Chatela in Faulquemont aankom, overigens geholpen door een jonge jongen op een BMX-fiets, die mij door het stadje naar het hotel loodste blijkt er dus niet te zijn gebeld (foei, in Frankrijk jokken ze dus ook) en er is nog maar 1 kamer beschikbaar voor deze alleengaande Jozef op zijn ijzeren ezel. Het beste van de dag is een gesoorde hotelkamer en het slechste is dat ik ongeveer 65 meer gefietst heb. Ik ben gaan douchen en badderen, een lekker koel pilsje gepakt om vervolgens om tegen 24.00 uur in bed te stappen. Het gevoel is: “Presque mort”.
Statistiek: Gentingen - Faulquemont 166 kilometer in 10 uur en 5 minuten (gemiddeld 16,44 km/u.)

Maandag 23 mei 2011. (dag 5)

Het biologisch ritme maakt me om 05.45 uur wakker. Ik heb uitzonderlijk goed geslapen. Gelet op de ervaringen van gisteren, dwing ik mezelf om tot 06.30 uur te blijven liggen. Als ik alles heb ingepakt en reisklaar ben, ga ik om 08.15 uur ontbijten en vervolgens om 09.05 uur vertrek ik.
Letterlijk direct de hoek om en ik zit weer op de route. Het weer is veel beter en de verwachtingen zijn voor de tijd van het jaar boven normaal. Voor de temperaturen ben ik aangewezen op de lokale apotheken, die allen een datum-/tijds- en temperatuursaanduiding hebben. Rond 11.00 uur neem ik een temperatuur van 25 graden Celsius waar en het wordt warmer. Het gaat er op lijken, het wordt aangenamer.
Ik word verrast door het zeer mooie Lotharingen, mooie boerderijen met landerijen, pittoreske dorpjes gelegen tegen het golvende landschap met veel mooie klaprozen.Na de zware inspanningen van gisteren, begint mijn lichaam tegen te stribbelen, de rug en heupen laten zich voelen, de beiden knieën laten het echt afweten. Desondanks is de moraal gewoonweg goed en ik heb het gevoel dat ik per dag beter in conditie geraak. (Gisterenavond laat heb ik mijn collega Herman tijdens zijn vakantie nog gebeld om hem te feliciteren met zijn 60ste verjaardag. Hij was erg geïnteresseerd hoe ik me mentaal voelde. Ik heb hem toen verzekerd dat dat wel snor zat. Fijn te weten dat er mensen zijn, die met je meeleven. Zeker omdat ze weten dat je solo onderweg bent.Voor de goede orde, tot op heden ik heb nog geen behoefte gehad om tegen bussen, auto’s en/of wegmeubilair te gaan blaffen.!!!!! Een leuk gesprek op zijn tijd is natuurlijk altijd welkom. De kontakten met de lokale bewoners zijn tot nu toe altijd positief geweest).
Dat mijn lichaam andersoortige signalen afgeeft, geeft mijns inziens aan, dat ik over een bepaalde fysieke grens aan het gaan ben, die er toe moet leiden, dat de komende inspanningen beter verwerkt gaan worden. Met dat gegeven in gedachten ga ik dus gewoon stug door. Tussen de oren zit het dus ook gewoonweg goed.
Na een relatief zware en korte beklimming zie ik een restaurant, waar een aantal gasten aan het eten zijn. Het is 13.30 uur en ik besluit niet naar het eerstvolgende dorpje te rijden, maar hier een lunch te gebruiken. Ik bestel een drankje en gelijktijdig het dagmenu. Het drankje wordt snel gebracht en het eten duurt naar ik aanneem wat langer….. en langer…… en langer. Even na 14.00 uur vraag ik aan de vrouwelijke patron hoe het staat met mijn dagmenu, waarop ze resoluut antwoordt: “C’est 14.00 heures, nous sommes fermé!!” En daar sta je dan!! Ik overweeg nog zonder te betalen weg te gaan, maar dat is mijn eer te na.
Zo’n situatie slaat dus echt nergens op. Het is in dit geval geen reclame. Voor mezelf betekent het dus gewoonweg tijdverlies. Ik ben doorgereden naar het eerstvolgende dorpje en heb daar wat broodjes gegeten. Zo rond 16.00 uur ga me oriënteren op een slaapplaats. Dat is dus geen onnodige luxe gelet op de ervaringen van gisteren. Om 18.00 uur scoor ik een Bed & Breakfast in Lutzenburg, een pittoresk oud dorpje langs het Marne – Rijnkanaal en de rivier de Zor.Na het installeren en douchen, loop ik het dorpje in. Er is totaal niets te beleven. In het plaatselijke hotel neem ik een lekkere maaltijd met een lekker glaasje rode Franse wijn. Statistiek: Faulquemont – Lutzenbourg 95 kilometer in 5 uur en 35 minuten
(gemiddeld 16,94 km/u.)


Dinsdag 24 mei 2011. (dag 6)

Het bed van de Bed & Breakfast heeft duidelijk zijn beste tijd gehad. Het is helemaal doorgelegen en men heeft een aantal planken onder het matras gelegd om het euvel op te lossen. Het totale onderkomen is erg gedateerd
en de eigenaar heeft inderdaad al zijn creativiteit gebruikt om alles maar dan ook alles gangbaar te houden.
Het bed is er de oorzaak van dat ik om 04.45 uur klaar wakker ben. Ik moet mezelf dwingen een gemakkelijke lighouding aan te nemen om weer te kunnen inslapen. Het lukt gelukkig weer in slaap te komen. Als de wekker om 06.30 uur afgaat sta ik op en pak alles weer in. Met de eigenaar van B&B heb ik om 07.30 uur afgesproken voor het ontbijt.
De man blijkt reeds jaren gepensioneerd te zijn, zo vertelde hij. Hij werkte bij France Telecom, het bedrijf kwam enige jaren geleden in opspraak is gekomen om zijn discutabele personeelsbeleid, hetgeen leidde tot een golf van zelfmoorden. De man, nu 59 jaar, is reeds 12,5 jaar met pensioen aangevuld met een toeslag van 10% voor elk nog studerend kind. Kortom hij vertelde erg opgezien te hebben tegen het vervroegde uittreden, maar in de B&B heeft hij jaren zijn “zogenaamde ei” kwijt gekund. In het winterseizoen maakt hij met zijn nog werkende vrouw verre reizen. Hij laat duidelijk blijken dat hij een man “in bonus” is. Als ik de afgesproken € 40,00 wil betalen geeft hij mij er € 15 terug. Hij had een goed ochtendgesprek gehad en dat was hem het wel waard. Bijzonder!!!!! Hij ruimt de ontbijttafel op en verdwijnt. Afscheid nemen was niet meer mogelijk, de man was gaan wandelen met de hond zonder maar iets af te sluiten. Ik heb wat deuren dicht getrokken en ook vertrokken. Het weer is echt mooi en volgens plan wil ik vandaag een afstand van ongeveer 130 kilometer afleggen. Achteraf blijkt dat weer te optimistisch. Ik rijd langs het bijzonder mooie Marne - Rijnkanaal
richting Sarvenne om vervolgens Lotharingen te verlaten en het eveneens bijzonder mooie landsdeel Elzas in te fietsen. De beide gebieden hebben rijke landbouwgronden en er is veel wijnbouw. In het verleden hebben Frankrijk en Duitsland veel strijd met elkaar geleverd om de gebieden in het bezit te hebben. Invloeden uit beide landen zijn duidelijk zichtbaar in architectuur, cultuur, taal, familienamen. Veel verwoeste oude pittoreske dorpjes zijn inmiddels gerestaureerd en de bevolking leeft ogenschijnlijk in harmonie. De totale regio zucht een rust uit in optima forma. Je wordt daardoor beïnvloed. Ik volg de Route du Vin, een prachtige rit met prachtige vakwerkhuizen in allerlei vormen. Het weer is me gunstig gezind, de zuidzuidwesten wind buiten beschouwing gelaten. De temperatuur ligt tussen de 25 en 28 graden Celsius. Even buiten de stad Sarvenne, spreek ik een Franse fietser aan met de vraag of de weg waarop ik rijd de voor mij goede richting naar Obernai is. De man legt me geduldig uit dat de weg door de stad richting Obernai nogal ingewikkeld is. Hij biedt aan samen te fietsen, omdat hij toch die richting uitgaat. De man vertelt dat hij een afgekeurde (vanwege diverse medische kwalen) buschauffeur is en dat hij als het weer goed is enkele dagen per week een tocht van 50 tot 75 kilometer fietst om zijn conditie en zodoende zijn gezondheid op peil te houden. Van elk buurtschap, gehucht en dorp weet hij wel iets bijzonders te vertellen. De helft ervan begrijp ik gewoonweg niet, omdat mijn kennis van de Franse taal onvoldoende is. We rijden tot Obernai samen. Het is ongeveer een afstand van 50 kilometer. In het prachtige stadje Obernai vind ik in de hoofdstraat een geschikt restaurantje waar ik voor de verandering maar weer eens een flink bord pasta bestel. Een halve liter rode wijn en brood erbij en de maaltijd is compleet. Tijdens het eten ontmoet ik een Nederlands echtpaar, afkomstig uit Laten (gem. Doetichem). Ze zijn in de regio op vakantie. Het is een normaal vakantiegesprekje. Het is wel leuk even Nederlands te kunnen praten. Na het eten vervolg ik mijn weg en verval in een oude gewoonte: “Foutrijden”! In mijn beste Franse spreek ik een slagersvrouw aan, met de simpele vraag of de straat waar ik rijd de juiste weg is richting Ottrot.
Wat ik van haar antwoord herinner is, dat ik naar inzicht van de vrouw alles verkeerd doe, de verkeerde route rijd. Ze gaat omslachtig uitleggen dat ik, in haar ogen, een veel mooiere route moet rijden. Vriendelijk en geduldig probeer ik de vrouw uit te leggen, dat ik gewoonweg een antwoord op mijn vraag wil. De vrouw wordt zichtbaar ontzettend boos en met heel veel emotie en misbaar draait zich om met de schreeuwende opmerking: “Merde!!” Daar sta je dan als Nederlander in Frankrijk. (Een héél bijzondere gebeurtenis). Na het eten bemerk ik dat ik steeds meer moet hoesten. Een kou gevat of wellicht een licht griepje onder de leden. Onder invloed van een stoot paracetamol, rijd ik door de eerder genoemde Route du Vin tussen de eindeloze wijngaarden en zo rond 17.30 uur bereik ik de gemeentelijke camping van Ribeauvillé. Op de stadpoort nestelt een ooievaarsechtpaar.Ik word ontzettend gastvrij in de receptie ontvangen. Het plaatsje dat ik krijg toegewezen ligt onder de bomen aan de rand van de camping, lekker rustig en koel. Mijn natte tent droogt snel. Ondertussen eet ik de twee maaltijdsalades, die ik onderweg bij een Lidl heb gekocht.
Plotseling zie ik een ooievaar tussen bomen door dalen en landen op het asfaltpad op de camping. Al snel blijkt mij dat de ooievaars op gezette tijden, middag en vroegavond, lopend hun “ronde” doen over de camping. Ze schooien bij de campinggasten om eten. Ze zijn zo tam, dat ze uit de hand eten. Jammer genoeg heb ik dat niet kunnen fotograferen.
Na een paar kopjes koffie ga ik zo rond 22.00 uur naar bed.
Statistiek: Lutzenbourg - Ribeauvillé 100 kilometer in 6 uur en 01 minuut
(gemiddeld 16,66 km/u.)


Woensdag 25 mei 2011. (dag 7)

Een uitermate goede nacht gehad en weer ongeveer 3 kwartier eerder wakker dan gepland. Het was een droge nacht en niet koud. De tent wordt helemaal droog door mij ingepakt. Om 08.15 uur vertrek ik, Ik word uitgezwaaid door één van de ooievaars, die kwam inspecteren of ik mijn plaats wel schoon achterliet.Ik vervolg mijn weg via de Route du Vin, heuvel op, heuvel af. Het fietsen gaat aanzienlijk soepeler vergeleken met de dagen ervoor. Als ik de route moet verlaten om een dorpje in te rijden voor inkopen en om nieuw geld te scoren verdwaal ik enigszins. Was dat al niet vaker voorgekomen??!! Aan wel 8 tot 10 mensen zowel in het Frans als het Duits gevraagd naar de weg naar het volgende dorpje. Geen van de mensen kende de naam van het dorpje. Uiteindelijk tref ik een Nederlandse bus met een chauffeur erbij. Ook hij kon mij aanvankelijk geen uitsluitsel geven. Zijn wegenkaarten gaven geen uitsluitsel. Ten lange leste zijn we eruit gekomen middels GPS van de touringcar en een TomTom. Ik zat redelijk op koers. Het laatste traject richting Basel voert over de tot fietspaden van grind en gravel omgetoverde jaagpaden langs een verouderd kanaal. De route is wonderschoon, veel zingende vogels, mooie oeverbegroeiïngen. Bij de oude, niet meer in gebruik zijnde sluizen wordt door de lokale jeugd gezwommen in het heldere water. De temperatuur ligt zo tussen de 25 en 30 graden Celsius. Om 16.15uur besluit ik om uitgebreid te pauzeren en mij te oriënteren op de route naar het station in Basel. Ik zet een vers kopje koffie in de schaduw. Ik bestudeer de route, welke op papier niet te moeilijk lijkt. Ik ben me ervan bewust, dat ik tijdens het spitsuur door de stad Basel zal gaan fietsen. Dus optimale concentratie is gewenst. Na de pauze vervolg ik mijn weg langs het kanaal. Het fietspad wordt steeds drukker, niet alleen met fietsers, maar vooral ook met wandelaars. Op sommige plaatsen worden de fietspaden onder de viaducten door geleid, over kunstmatig aangelegde contructies, hangend boven het kanaal, doch gemonteerd tegen het talud van het viaduct. Het geheel is doorgaans gemaakt van roosters.
Een dergelijke doorgang wordt mij fataal. Op het moment dat ik met mijn vol bepakte fiets, met een minimale snelheid van hooguit 10 km/u., zo’n doorgang wil passeren, terwijl ik ook nog uit veiligheidsoverwegingen met mijn fluitje enige fluitsignalen geef, word ik voor ik het merk frontaal aangereden door een tegemoetkomende hard rijdende fietser. Het resultaat is dat ik over kop vlieg en een harde landing maak op de ijzeren rooster. Ik probeer mijn val te breken op mijn onderarmen, handen en ellebogen. Ik verwond mijn scheenbenen en knieën. En last but not least een snee in mijn neus (deze keer niet van de drank) en een tand door mijn bovenlip. Instinctief is de eerste vraag: “Is mijn fiets nog heel?”
Als ik vervolgens mijn gele bebloed shirt zie, mijn beschadigde lichaamsdelen bekijk, realiseer ik erg veel geluk heb. Ik kan alles bewegen, dus kennelijk niets gebroken. De fiets is gelukkig ook nog heel en alles functioneert nog.
De veroorzaker van dit alles is een nog zeer jongeman, die van de schrik totaal geen woord kan uitbrengen. Hij helpt me mijn verwondingen te verzorgen. We wisselen gegevens uit. Als de jongeman zich realiseert dat het minder ernstig is dan het zich liet aanzien, vertelt hij mij in een mix van Frans/Duits en Engels, dat hij 2 dagen geleden op dezelfde plaats zelf een ongelukje had gehad met zijn fiets. Zijn gezicht was onder zijn linker oog nog verbonden. Na een klein half uurtje rijd ik verder richting Basel. Via het industriegebied passeer ik achtereenvolgens de grenzen van Frankrijk/ Duitsland, Duitsland/Zwitserland, Zwitserland/Frankrijk om vervolgens Zwitserland binnen te rijden.Het is een bijzondere gewaarwording, te meer vanwege het feit dat nog slechts enkele jaren geleden er uitgebreide paspoortencontroles plaatsvonden. In Basel is het een drukte van jewelste. Niet alleen autoverkeer maar ook heel veel fietsers. Ik fiets naar het station om van daar uit naar het BackPack Hotel Basel te fietsen, slechts 3 kilometer verwijderd van het station. In het BackPack Hotel tref ik een hoop wazige figuren. Het is bijzonder dit waar te nemen. In het hotel verblijft ook een grote groep afgestudeerde middelbare scholieren, die hun schooltijd afsluiten met week Basel. Ze doen zich tegoed aan de zaken (zo te zien aan drank), die een grote stad als Basel biedt. Die avond zal tevens beslist worden wie er voetbalkampioen wordt van Zwitserland. FC Basel speelt thuis en is één van de favorieten. Later op de avond blijkt, dat ze inderdaad kampioen zijn geworden.
In het hotel geldt een streng regime, dat is duidelijk waarneembaar, en dat wordt gerespecteerd. De gemiddelde leeftijd van de hotelgasten schat ik op ruim 40+.
Het hotel heeft een internetmogelijkheid en ik maak daar gebruik van door een mail te versturen naar de achterban.
Over de valpartij besluit ik niets te vertellen aan Alice om haar niet onnodig ongerust te maken. De verwondingen vallen erg mee. Het leek aanvankelijk ernstiger. Kortom de tijd heelt alle wonden, maar spierpijn duurt aanzienlijk langer en daarover morgen meer!!!
Statistiek: Ribeauvillé – Basel 112 kilometer in 6 uur en 10 minuten
(gemiddeld 18,22 km/u.)


Donderdag 26 mei 2011. (dag 8)

Het feit dat ik een aantal kilometers achterlig op schema, welke ik vandaag op het vlakke Zwitserse gedeelte wilde inlopen, alsmede de flinke spierpijn die ik heb overgehouden aan de tuimeling van gisteren, overweeg ik te gaan “smokkelen”. Goede raad is duur. De beslissing het één te gaan doen en het ander niet te doen is geen makkelijke. De volgers zullen altijd wat op te merken hebben. Normaal gezien overleg ik even met het thuisfront, maar in deze situatie is dat uiteraard niet mogelijk. Ik heb Alice bewust niet verteld dat ik flink gevallen ben. Dat zou haar alleen maar erg ongerust en bezorgd maken. Na veel wikken en wegen, de route nogmaals te hebben bekeken, de weerberichten te hebben gecheckt, besluit ik de trein richting Göschenen te nemen. Door een kort gesprekje met 2 Zwitserse vrouwen, die een fietstoer door hun land maken, over de eventueel door mij te rijden route, besluit ik de trein te nemen. Voordeel daarbij is dat mijn lichaam nog wat extra rust krijgt. Nadeel is heb ik gemerkt dat de spierpijn in alle hevigheid toeneemt. Hopelijk is paracetamol daar een goede remedie voor. Op het station van Basel word ik goed door de beambten vriendelijk geholpen met de aankoop van de tickets. De weg voor mij en mijn fiets naar de vertrekplaats had ik zelf al gevonden, maar mij werd de exacte plaats gewezen waar de bagagewagon tot stilstand zou komen en waar ik dan de fiets in kon laden. Een service die ik niet verwacht had. Ik denk dat ze daar in Nederland nog iets van zouden kunnen leren.
Ik moet nog ruim anderhalf uur wachten, voordat de rechtstreekse trein van 10.03 uur vertrekt. Een mooie gelegenheid, mede gelet op het tijdstip, het is 08.20 uur, om een lekker ontbijt in één van de vele gelegen-/mogelijkheden te nemen. Ik besluit een terrasje te nemen en bestel een klein ontbijtje. Op het station dat een internationale ambiance uitstraalt, zie ik dan ook al snel de problematiek van een grote stad, zoals zwervers, bedelaars, verslaafden en andere al dan niet overlast veroorzakende figuren. Ik bedenk me, dat elk van die mensen zo zijn eigen “verhaal” heeft. Naast het internationale publiek, zijn de zich haastende mensen op weg naar werk, school of andersoortige bestemming in de meerderheid. Kortom een mooi schouwspel en ik hoef me niet te vervelen. De treinreis verloopt voorspoedig en vanuit de trein maak ik een aantal mooie foto’s.
Na de 2 uur durende treinrit kom ik om even na 12.00 uur aan in Göschenen op een ogenschijnlijk leeg station. Ik blijk de enige passagier te zijn die uitstapt. Ik kan het perron niet verlaten. Ik wacht rustig af wat er komen gaat als de trein vertrokken is. Een gedienstige stationsmedewerker komt haastig op me aflopen en opent het hek, zodat ik het spoor kan oversteken.
Hij informeert, wijzend naar mijn fiets, waar de reis naar toe gaat. Als hij hoort dat ik wil overnachten op Gotthard, reageert hij bedenkelijk en zegt dat ik volgens zijn informatie niet richting Andermatt mag gaan fietsen vanwege het drukke verkeer, de wegwerkzaamheden en het weer. Het laatste baart me zorgen, omdat ik me niet onnodig aan risico’s wil blootstellen. Hij zegt voor alle zekerheid even telefonisch te zullen informeren. Als hij terugkomt vertelt hij dat alleen de weg naar Andermatt deze middag “geblokkeerd/gestremd” is, maar dat ik wel met het tandradtreintje naar Andermatt kan reizen. Ik moet 2 kaartjes enkele reis kopen voor mezelf en voor de fiets. Om 13.15 uur sta ik in Andermatt. Ik ga naar het lokale VVV-kantoor om naar de weersverwachting te informeren en mee te delen dat ik het plan heb naar te top van de Gotthard te fietsen om daar te gaan overnachten. Verwonderlijk wordt er gereageerd. Men blijkt niet gewend te zijn, dat mensen dit kennelijk even komen vertellen. Kortom een bijzondere ervaring weer. Na mijn bidons te hebben gevuld, begin ik aan mijn lang gekoesterde 17 kilometer lange beklimming naar het dak van mijn tocht, de Gotthardpas met een hoogte van 2108 meter. De eerste 3 kilometers zijn in realiteit aanzienlijk zwaarder dan ik tijdens de voorbereiding heb gelezen.
Ondanks alle voorbereidingen, blijkt dus dat ik fysiek wel één en ander (= dus ernstig) te kort kom om dit te kunnen doen. Mentaal zit het gewoon goed en op pure wilskracht ga ik door om boven te komen. De haarspelbochten volgen kort op elkaar en van tussenliggende vlakke stukken is geen sprake. Gestaag en steil is de beklimming en mijn bagage, mijn spierpijn en de verslechterende weersomstandigheden beïnvloeden mijn tocht naar de top. De zon verdwijnt en het wordt kouder en naarmate ik hoger kom wakkert de zuidelijke (tegen)wind aan. Na een uur heb ik de eerste 3,5 kilometers achter me liggen en kom ik in het laatste dorpje, Hospental, voor de top aan. Nog 14 kilometer te gaan en ik weet en voel dat het een zeer BIJZONDERE en FYSIEK ZWARE middag zal gaan worden. De details van het afzien zal ik aan jullie fantasie overlaten, maar de man met de hamer ben ik diverse malen tegen gekomen, maar heb hem wel " verslagen". Ongeveer een kilometer na Hospental, begint het gestaag te motregenen, welke naarmate ik hoger kom, door mij als ijsregen wordt ervaren. Na een bijzondere zware en bare 5 uur durende klimtocht kom ik om 18.40 uur, in de mist, aan bij Albergo San Gottardo.Als ik, na een minuut of 10, in mijn hotelkamer zit begint het enorm te regenen. Als ik naar buiten kijk zie ik het water in brede stromen van boven naar beneden komen. Ik denk: “Dit is me vanmiddag bespaart gebleven gedurende mijn klimtocht, maar is dit een voorbode voor morgen??!!”
De totaal van hout gemaakte hotelkamer is sober/eenvoudig maar straalt luxe en warmte uit. Het is perfect. Echt de moeite waard.Mijn hartslagmeter, tijdens de beklimming met regelmaat tegen het door mij ingestelde maximum van 170, geeft thans tussen de 75 en 85 aan. Dit ongeveer 20 minuten na het stoppen met het fietsen. Een teken dat de conditie voor elkaar is. De benen voelen goed, ik bespeur geen overmatige verzuring. Ik bel vervolgens met Alice met de mededeling dat ik goed ben aangekomen. Na een hete douche ga ik een half uurtje plat, waarna ik naar het restaurant ga om me te goed te doen aan een welverdiende uitgebreide maaltijd (mixed-salade gevolgd door een pasta en een paar glazen rode wijn). Na de maaltijd word ik door de eigenaar van het hotel/restaurant/ museum etc. San Gottardo, genaamd Noly, aan de stamtafel uitgenodigd. Ik laat me vertellen, dat dat heel bijzonder is in Zwitserland, als die eer je te beurt valt. Ik laat het gebeuren. Ondertussen zie ik door het raam, dat de wilde steenbokken zich over de steile rotswanden voortbewegen. Jammer genoeg te ver om een foto te nemen. Noly vertelt, dat zijn zus al 25 jaar in Nederland, Roosendaal, woont en met een Nederlander getrouwd is en dat hij haar nog nooit heeft bezocht. Onder het genot van een paar lekkere glazen witte wijn maken we de afspraak, dat ik hem de bijzonderheden van Nederland zal laten zien onder voorwaarde dat hij zijn zus zal bezoeken. Als ik zo rond 22.00 uur wil afhaken, word ik daarvan afgehouden door Noly, want ik moet van hem eerst nog kennismaken met "der Kantonpolizei-kommandanten van het Kanton Uri", die met een gezelschap van ongeveer 90 politiemensen een dag van zogenaamd “Teambuilden” aan het afsluiten is met een etentje. Heel bijzonder dat dit me overkomt op dit moment. Om 22.45 uur lig ik, totaal uitgeblust maar voldaan, in bed. Ik bemerk dat ik geen spierpijn meer voel. Hopelijk is dat morgen ook zo.
Statistiek: Basel – San Gottardo met de trein tot Göschenen en vervolgens 17,9 kilometer in ruim 5 uur fietsend/lopend met diverse schermutselingen met de man met de hamer.

Vrijdag 27 mei 2011. (dag 9)

Na een uitermate goede nachtrust, hoe kan het ook anders na een dag als gisteren, ben ik weer ruimschoots voordat de wekker afloopt wakker, met een hartslag van 49. Een geweldig gevoel en inderdaad GEEN spierpijn meer.
Ik realiseer met terdege, dat ik in 8 dagen al een hele prestatie heb geleverd. Als ik mijn was controleer of deze droog is, wat het geval is, en naar buiten kijk blijkt dat het potdicht zit vanwege mist/bewolking en dat het licht regent. De weersvoorspelling komt uit regen en koude, voorwaar geen fijn vooruitzicht voor de komende dag. Na alles weer ingepakt te hebben ga ik op zoek naar mijn fiets. Het blijkt, dat de man die mijn fiets gisterenavond achter slot en grendel heeft gezet, de sleutel mee naar huis heeft genomen. Gelukkig heeft de chef-kok een reservesleutel, waarmee het probleem is opgelost. Met een knikoog vertelt de kok dat hij de ruimte gebruikt om te slapen als hij te laat thuiskomt. Ik laat de opmerking van hem voor wat het waard is, maar ik heb gelet op het rondlopende vrouwelijk personeel zo mijn eigen gedachten daarover!!Na het bijzonder uitgebreid en lekker ontbijt met veel vers fruit (o.a. aardbeien en perzikken), warme croissants en Italiaanse koffie vertrek ik. Goed warm gekleed, de thermometer geeft 4 graden Celsius onder nul aan, laat in me nog even door een Hongaarse toeriste op de foto zetten, begin ik aan de afdaling richting Italië.De afdaling is in het begin glad maar vooral spectaculair, steil, snel, veel bochten en vooral gevaarlijk door de aanhoudende regen, maar ik geniet van ongekende vergezichten, de grootsheid van de natuur die overweldigend is. Ik ben me ervan terdege van bewust dat het een voorrecht is dat ik kan en mag doen. Ik geniet met elke vezel van mijn lichaam.
De wijze waarop ik de passage van en de overnachting op de Gotthard heb gedaan, was een lang gekoesterde wens van me. Kortom een fijne en heel bijzondere ervaring met dank aan degene, Alice dus, die me dit laat doen!!

Door de protalen en tunnels daal ik af richting Bellinzona. Het weer wordt er niet beter op. Het regent stevig, een soort Nederlandse maartse buien.
Gelukkig ben ik erop gekleed. Hoe langer het blijft regen hoe prettiger ik het ervaar om in de regen te fietsen. Hebben de vele en langdurige trainingen in de regen in Nederland en België toch zijn nut gehad. Toen baalde ik, maar nu GENIET ik. Kort na Bellinzona word ik, nadat ik de weg gevraagd heb, de verkeerde richting in gestuurd. Ik had nog een wegenkaart van het gebied willen kopen, maar jammer genoeg heb ik geen verkooppunt gevonden. Via een lang fietspad door een dal kom ik aan de oostzijde van het Lago Maggiore terecht, qua natuur ook niet verkeerd, qua verkeersaanbod iets minder. Om exact 15.00 uur passeer ik de grens tussen Zwitserland en Italië.Bij een plaatselijk benzinestation annex wisselkantoor wissel ik mijn Zwitserse Franken om voor Euro’s. Ik krijg Chf. 5,40 aan muntgeld retour, die worden niet gewisseld. Van dat geld kan ik, zo blijkt precies 2 blikjes Warsteiner bier kopen. Hetgeen dus ook gewoon gebeurd onder het mom: “Ik heb Italië bereikt en dat moet gevierd worden!! Waar of niet??”Over het feit ik van de route ben geraakt, maak ik me geen zorgen. Morgen maak ik vanuit Lugano een doorsteek via Como naar Lecco en ik zit weer op de route naar Rome.
Het weer wordt iets beter en een zwak zonnetje wordt afgewisseld met hevige stortbuien met flinke donderslagen en bliksemflitsen. Na nog een uurtje over de oude weg, met zijn vele tunnels en kapitale oude gedateerde villa’s van het "oude geld" langs het Lago Maggiore te hebben gefietst richting Luino, neem ik een pauze. Ik maak eerst de Warsteiners “pastoor” (want zijn ze nog lekker koel!!) om vervolgens het thuisfront (Alice) te laten weten dat ik al ongeveer een uurtje in “Italiaanse sferen” verkeer. Ik bel ook met Jolande, één van de dienstdoende collega’s, met dezelfde mededeling. Na de pauze fiets ik door naar Luino, waar ik me bij de plaatselijke VVV laat informeren, over de overnachtingsmogelijkheden. Een camping is er in ieder geval niet. Het wordt een klein Italiaans 2-sterren familiehotel, met een ongekende hoogstaande service, voor erg weinig geld. Je wordt als “vreemde” meteen betrokken in het dagelijkse gebeuren alsof je er al jaren komt/woont. Na het dagelijks ritueel van douchen, kleren wassen, onderhouden van de fiets etc. ga ik naar de lounge (= eigenlijk een openbare woonkamer) voor een lekker Italiaanse wijntje, wat geserveerd wordt met kleine gratis hapjes. Iedereen krijgt het, maar ik verdenk de mensen ervan dat het gewoon de left-overs zijn van de voorgaande dagen. Het maakt niet uit, het smaakt gewoon goed en voor mij is het voedzaam. Ik werk mijn reisverslag bij en volg op de televisie de Giro d’Italia. Omdat ik te laat ben aangekomen is er voor mij in het hotel geen mogelijkheid om te eten. Is me al vaker overkomen deze tocht, maar dat is geen probleem. Er zijn voldoende mogelijkheden om te eten in Luino. Ik laat me adviseren door de hoteleigenaar om te gaan eten in de nabij gelegen Pizzaria. Het zou erg goed zijn, maar wellicht was mijn menu-keuze een verkeerde, maar de (vis)pizza met mosselen, garnalen, kleine rivierkreeftjes en inktvisringetjes, smaakte niet echt. Jammer, volgende keer beter. Het restaurant waar ik zit, heeft een prachtig uitzicht op het Lago Maggiore, waar de hevige wind vrij spel heeft en het water opstuwt tegen de boulevard. Daarbij de nog steeds hevige regen en het feest is compleet. Het lijkt wel één of andere zeekust waar het stormt. Het is in ieder geval geweldig om mee te maken. Om 21.45 uur lekker voldaan maar erg moe naar bed.
Statistiek: San Gottardo – Luino 116 kilometer in 4 uur en 43 minuten
(gemiddeld 24,60 km/u.)


Zaterdag 28 mei 2011. (dag 10)

Na een lange nacht en een goed ontbijt ben ik vertrokken richting Lecco. Als ik daar ben zit ik weer op de Rome-route. De hele dag schijnt de zon en de temperatuur loopt op tot 27 graden Celsius. Ik durf nog geen korte broek en/of een shirt met korte mouwen te dragen in verband met de hevige verbrande armen en benen, die ik heb opgelopen in Elzas/Lotharingen. Met de herstellende verwondingen aan neus en bovenlip, alsmede de flinke koortslippen, zie ik er gewoonweg niet uit. Lelijk gewoon, met de nadruk (zoals ik altijd zeg) op: “Lijk”. Mijn eerste liefde is mijn fietske, maar deze tocht is Paracetamol een heel goede runner-up!! Het fietsen gaat zonder problemen, gewoon goed. Volgens de kaart moet de tocht van vandaag een relatief vlakke etappe zijn. In werkelijkheid laat het vrij relatief maar weg. Gewoonweg weer flink geaccidenteerde wegen, veel steile klimmetjes en uiteraard te korte afdalingen. Klimmen en dalen, weer zwaar dus. Het route-boekje prijst een camping aan het meer van Lecco en ik besluit die camping als overnachtingsplaats te nemen. Het betekent wel dat ik enige kilometers de route naar het noorden terug moet fietsen. De kaart geeft aan dat ik enkele lange (resp. 1600 en 2200 meter) verlichte tunnels door moet fietsen. Lijkt me geen probleem. Wat ik me echter nog niet gerealiseerd heb is dat het alweer weekend is. Het route-boekje spreekt van veel auto-/motorverkeer. En ja hoor deze weg wordt door notoire motorrijders gebruikt of als toeristisch of als racebaan. Dit in combinatie met de 2 lange tunnels en het feest is compleet. Vooral het oorverdovende geluid van het autoverkeer maar vooral de racemotoren in de tunnels is ongekend. Je kunt als fietser niet vaststellen of het verkeer van achteren of van voren komt. Opperste concentratie dus.
In het algemeen is het verkeer in Italië een chaos, een crime. Iedereen lapt de verkeersregels aan zijn (moter)laars. Auto’s claxonneren vaak ten onrechte, men snijdt (vaak de motoren) elkaar de pas af. Elk gaatje is een mogelijkheid, maar als daadwerkelijk blijkt dat het niet “past” resulteert dat in gierende remmen en ongekende situaties, zeker op smalle bergweggetjes. Op sommige plaatsen heb mooie panorama's.Ik kom veilig aan op de camping voor 2 overnachtingen, want ik heb besloten zondag een rustdag te nemen. Kan dan misschien zowel de CL-finale en de Formule 1 van Monaco kijken. De, zoals later blijkt, campingeigenaresse brengt mij naar het laatste vrije plaatsje voor een tent met een aansluiting voor elektriciteit. De afstand kan ik net met mijn kabeltje overbruggen.De vrouw, een lange slanke Italiaanse van naar ik schat van midden 40, is in mijn ogen wat te bezorgd over mijn verwondingen. Ze wil me wel naar de plaatselijke dokter brengen en/of mij verzorgen. Als ik haar uitleg dat het ergste leed is geleden heeft ze daar begrip voor. Als ik bij haar informeer of ik die avond naar de Champions League-finale Barcelona-Manchester United kan kijken is ze minder enthousiast, omdat ze laat blijken dat ze eigenlijk nooit voetbal opzet in de kantine/restaurant/terras, maar ze stemt toe. Ik spreek met haar af dat ik om 19.00 uur kan eten. Een dubbele portie Spaghetti Bolognese met kaas, brood en een karafje gekoelde rode wijn. Om 17.30 uur is de tent opgezet en ik ben lekker gedoucht. Ik werk mijn reisverslag bij, lees de ontvangen SMS-jes en beantwoord ze. Ik heb met mijn dagelijkse telefonsich kontakt met mijn (v)echtgenote annex gezins-manager en mijn lief Alice. Werkt altijd weer inspirerend. Om 19.00 uur ga ik aan tafel en geniet van de campinggasten en de passanten van de zaterdagavond. Echt Italiaanse passie en temperament. Ik geniet met volle teugen. Langzaam loopt het terras (meer dan) vol. De eigenaresse kan de bestellingen niet bijbenen. In de vlugheid tel ik een man/vrouw of 60. Ze kijken allemaal vol passie naar het geweldige hogeschoolvoetbal van FC Barcelona, hetwelk aan Manchester United wordt gedoceerd. Uitslag 3 – 1. Een geweldige wedstrijd. Als ik mijn verteer wil afrekenen zegt de vrouw gewoon: “Domani”. Oké en ga lekker slapen zonder het wekkeralarm te zetten. Een relaxed gevoel.
Statistiek: Luino – Onno 89 kilometer in 4 uur en 48 minuten (gemiddeld 18,48 km/u.)

Zondag 29 mei 2011. (dag 11) RUSTDAG

Om 05.55 uur zonder wekker en opgestaan. Lekker rustig een vers bakje koffie in de Italiaanse ochtendzon. Het is lekker stil, nagenoeg geen geluiden ook niet van het verkeer van de weg, die naast de camping ligt. Het weer ziet er veelbelovend uit voor vandaag. De temperatuur voelt goed aan zo vroeg in de morgen. Ik besluit de was te doen, voordat het druk wordt in het sanitairgebouw. Hoe vroeger het te drogen hangt des te vroeger is het droog neem ik maar aan. Het blijft lekker rustig en aansluitend ga ik onder douche. Ik bedenk bij mezelf of de beslissing om een rustdag te nemen wel een juiste is. De ervaring vanuit het verleden heeft me geleerd, dat het vaak resulteert in het feit dat je de volgende dag dan “de zogenaamde pap” in de benen hebt en dan niet vooruit komt. We zullen het zien. Gisterenavond wel heel, heel erg van het voetbal genoten. Vanmiddag waarschijnlijk ook nog een goede Formule 1-race in Monaco en mijn rustdag is passief sportief dan wel geslaagd.
Ik besluit voor het al te warm wordt een klein fietstochtje te gaan doen. Om toch even de spieren te prikkelen en om gelijktijdig op één of ander terrasje te gaan genieten van een Italiaans ontbijtje. Ondertussen volop genietend van de mooie vergezichten. In het kleine plaatsje Onno kom ik zelfs nog een verdwaalde geldautomaat tegen. Ik scoor even wat “nieuw geld”, want het “oude geld” is al weer bijna op. Op het terras communiceer ik even middels SMS met het thuisfront. Voor mezelf de afgelopen 10 fietsdagen doorgenomen en ik moet constateren dat het alleen fietsen fysiek zwaarder is dan als je met meerderen bent. Na het ontbijt rijd ik rustig terug naar de camping. Intussen is het daar aanzienlijk drukker geworden met dagjesmensen. Gelukkig sta ik in een rustig hoekje, zodat ik ongestoord mijn eigen ding kan doen zonder direct op mijn vingers gekeken te worden. De fiets vraagt zijn onderhoud. Ik stel de fietsstandaard voor en achter bij, zodat hij bij het parkeren met volle bepakking wat stabieler komt te staan. De ketting maak ik schoon en voorzie ik van een nieuwe olie. De rest van is allemaal in orde. De boys van Van Herk Fietsen in Veldhoven hebben dat prima geregeld voor me. Chappeau!!!! Tegen een uur of 13.00 uur ga ik richting kantine voor de Formule 1-race. Ik ben, als passant, kennelijk een bezienswaardigheid op de camping. De mensen groeten me vriendelijk. Het nieuws, dat ik van Nederland naar Rome fiets is, blijkt me na een kort gesprekje met een Italiaanse man, verspreid door de campingeigenaresse. De man biedt me een drankje aan en we praten over fietsen, wielrennen, voetbal en over de komende F1-race, die bijna door evenveel mensen wordt gevolgd als gisterenavond. Volle bak dus. Het is een spectaculaire race. Dus niet voor niets een rustdag genomen. Ik miste echter wel het Nederlandse en/of Engelse commentaar, hetgeen ik gewend ben. Maar ja, je kunt natuurlijk niet alles hebben. Gedurende de race eet ik een salade-maaltijd. Na de race ga ik terug naar de tent om de droge was op te ruimen. Het is bloedheet een ik doe in de luwte van de schaduw een dutje. Tegen 19.00 uur pak ik weer de fiets voor een kort ritje richting het dorp om daar op een terrasje een avondmaaltijd te nemen.
Om 20.30 uur ben ik terug op de camping en betaal mijn rekening, waarvan ik schrik, niet van de hoogte maar van het tegenovergestelde. Ik reclameer, maar de vrouw is niet te vermurwen. Het bedrag is het bedrag dat ik moet betalen, niet minder maar vooral niet meer en daarmee BASTA, maak ik uit haar woorden op. Voor het slapen drink ik nog een lekker glaasje wijn en druk vervolgens mijn snor. Ik pak reeds wat spullen in en om 21.50 uur gaat letterlijk en figuurlijk het licht uit.
Statistiek: Lokaal in Onno 8,5 kilometer in 44 minuten (gemiddeld 11,6 km/u.)

Maandag 30 mei 2011. (dag 12)

Na het opstaan, na een minder goede nacht, ingepakt en vertrokken om 08.00 uur uit Onno richting Lecco. Weer door de 2 verlichte tunnels van elk bij 2 kilometer lang. Het geluid was nu aanzienlijk minder dan de dag van aankomst, vanwege het verminderde verkeersaanbod. Zaterdag werd de tunnel vooral door motoren als racebaan gebruikt. De kick van het racegeluid in de tunnel werkt kennelijk erg aanlokkelijk voor de motorrijders. Aangekomen in Lecco pik ik snel de route weer op, die tot in de middag voornamelijk over het “fietspad van zeer bedenkelijke kwaliteit” langs de rivier de Adda voerde. (bij voortduring denk ik aan mijn fietsbanden en koester het idee dat daar nog steeds Nederlandse lucht in zit). Een geweldig natuurspectakel van flora en fauna, irrigatie-architectuur. Een geweldige route om te fietsen. De temperatuur loopt door de dag op naar 37 graden Celsius.Tijdens de lunch in één van de plaatselijk barretjes, ben ik ongewild getuige van een echte Italiaanse echtelijke ruzie, waarschijnlijk over het gedrag van één van de aanwezige kinderen.Het is werkelijk gênant om te zien. Zonder enige terughoudendheid wordt de echtgenoot in openbaar, naar ik aanneem, voor alles wat niet mooi is in het Italiaans uitgemaakt door zijn vrouw. De man daarentegen zit er onbewogen bij kijkt de zaak rond, haalt zijn schouders op en geeft vervolgens aan het bewuste kind ergens toestemming voor. De koppakking van de vrouw smelt zichtbaar, het zweet druipt van haar gezicht. Ze trek vervolgens haar schort uit, smijt die op de grond en loopt vervolgens naar haar man. Eén van de aanwezige vrouwen probeert de vrouw nog tegen te houden, kennelijk vermoedend wat er ging gebeuren, maar slaagde daar dus niet in. Toen de vrouw bij haar man kwam, deelde ze hem een paar rake klappen uit, die hun doel echt niet misten. Ze liep vervolgens scheldend de straat op. De man op zijn beurt stond vervolgens op en trakteerde de aanwezige Italianen, die aan de bar stonden glimlachend op een drankje. Een goede regisseur had ervoor getekend om zo’n scene in één keer te kunnen opnemen. Ik heb afgerekend en ben op de fiets gestapt. Nog steeds rijdend langs de rivier Adda passeer ik een zeer hoog viaduct. Tegen de rotswand zie ik een marmeren plaquette met een foto. Uit het opschrift is te lezen, dat een 28-jarige man zich het leven heeft benomen door zich in de diepte te storten.
Langzaam verlaat ik de uitlopers van de Alpen en rijd de uitgestrektheid van de Po-vlakte in. Van wat ik er tot nu toe van gezien heb is het een ratjetoe van landbouw (rijst, mais en aardappelen), veeteelt of wat er voor door moet gaan, boomkwekerijen en dat alles afgewisseld met allerhande industrie. Kortom een rommeltje van jewelste, in mijn ogen dan!! Aangekomen in Crema, besluit ik, gelet op het tijdstip, niet door te fietsen naar Cremona 40 kilometer verderop, waar een camping is. Al snel vind ik het 4 sterren Palace Hotel Palace, waar ik een kamer boek. De fiets kan veilig achter slot en grendel in de keldergarage worden gestald. Daar heb ik dus geen omkijken naar. Na het douchen en omkleden maak ik een wandeling in de buurt van het hotel en zoek een eetgelegenheid. Ik heb de keus uit een hamburgertent, een tent waar ze hamburgers verkopen, een broodjeszaak, een Burger King en een Oldfashioned Italian Pizzeria. De keus valt op het laatste, gewoon omdat ik daar het meeste vertrouwen in heb, gelet op het publiek wat binnen zit om daar te eten. Het is de lokale bevolking die me de weg wijst in deze. Na het eten schiet ik de lokale supermarkt binnen voor wat snacks voor onderweg morgen. Een lekker flesje wijn voor bij de lunch hoort daarbij natuurlijk. Als ik aan de andere kant het winkelpand verlaat, word ik geconfronteerd met een groep zichtbare dronken, zwervende Polen. Een groep muziekmakende (ik schat in) Roemenen en een aantal aan lager wal geraakte (ik schat weer in) lokale Italianen. Ik bedenk me ineens, dat ik zolang ik onderweg ben nog eigenlijk geen politie heb gezien, die zich met deze mensen bezighoudt. Ook geen hulpverleners of zo!!!! Terug in het hotel kan ik onbeperkt gebruik maken van het internet met een Italiaans toetsbord weliswaar, maar het lukt. Weer een mail verstuurd. Om 23.00 uur laat ik Klaas Vaak zand strooien.
Statistiek: Onno – Crema 94,7 kilometer in 5 uur en 28 minuten.
(gemiddeld 17,31 km/u)


Dinsdag 31 mei 2011. (dag 13)

Of de duivel ermee speelt maar voor mij gevoel weer slecht geslapen. Om 07.30 uur zit ik aan het eenvoudige maar voedzame ontbijt. Ik ben in fietskleding blijkbaar een vreemde eend in de bijt tussen alle Italiaanse zakenlieden in hun snelle op maat gesneden kostuums. Ze doen hun ding, met of zonder laptop, en daar stoor ik me dus niet aan. Daartussen ik, zei de gek, en 2 Zwiterse stelletjes op leeftijd in hun geavanceerde motorpakken. Later zie ik in kelder 2 supersonische Honda Goldwings (full-options) staan met een Zwitserse kentekenplaten. We vallen duidelijk uit de toon en worden doorlopend met vreemde ogen aangekeken. Even voor 09.00 uur vertrek ik uit Crema de Po-vlakte in voor een uitermate ééntonige rit. Geen foto’s gemaakt dus. In Cremona neem ik een lunch op het zeer oude marktplein. Voor elke bestelling die je doet moet je € 2,00 betalen voor terrasbediening. Daarna word je slim!!?? Ik ontmoet een Amerikaans echtpaar van Italiaanse origine. Hij is een advocaat uit Idaho. Ze zijn nu voor de 5e keer in Italië, maar nu voor de 1e keer bezoeken ze Midden en Noord Italië. Ze zijn 2e generatie Italianen in Amerika, maar blijven hun roots trouw. Al snel gaat het gesprek over de bezienswaardigheden en de oude Italiaanse cultuur. Belangstellend vraagt hij waar je als toerist in Italië vooral op moet letten. Even daarvoor had hij zijn rekening per creditkaart betaald en deze aan de ober meegegeven. Ik attendeerde hem op hetgeen ik gezien had en ik vroeg hem wat er met zijn creditkaart de afgelopen 5 minuten gebeurd was? Verbaasd keek hij me aan en antwoordde vervolgens: “Niets!!” Ik vertel hem dat er van alles kan gebeuren met een creditkaart als je die zonder toezicht afgeeft. Toen ging er een lichtje bij hem branden. Hij bedankte me en we namen afscheid. Het was een leuke ontmoeting. Ik reken ook af en vervolg mijn tocht. Even voordat ik de stad verlaat ga ik bijna onderuit (op mijn plaat beter gezegd) over een onschuldig bijna onzichtbaar stoeprandje. Gelukkig geen schade, maar ik verstap mezelf wel even bij deze ongelukkige beweging en natuurlijk mijn zwakke rechterknie is het slachtoffer. Tegen 17.00 uur vind ik in het (met Europese subsidie) gerestaureerde vestingstadje Sibbioneta een goed en goedkoop hoteltje, genaamd Albergo Giulia Gonzaga (incl. ontbijt € 40,00 p.p.p.n.).Het hotel lijkt van buiten veel kleiner dan dat het in werkelijkheid is. Het heeft een grote binnenplaats, die overgaat in een zeer grote afgesloten carport. Alles is in authentieke stijl (fresco-achtige beschilderingen) afgewerkt. In de avond is het 'zelfbediening" en 's-morgens gewoon eerlijk zeggen wat je gebruikt hebt. Na het douchen ga ik op zoek naar een restaurantje. Als ik het hotel wil verlaten word ik nog even door de hoteleigenaar apart genomen en gevraagd of ik nog speciale wensen had voor de avond en/of de nacht. Ik kan de vraag niet plaatsen. De man legt uit dat er allerhande werklui uit het hele land in het hotel logeren en zo hun specifieke wensen hebben. Ik vertel de man dat ik mijn rust hard nodig heb en verlaat het hotel. Er blijkt maar één restaurant open te zijn en daar beland ik dan. Tijdens het eten blijkt aan de tafel naast me een Nederlands echtpaar te zitten. Ze horen mij Nederlands praten als mijn zoon Niels me belt. Ze spreken me aan en zijn zo verbaasd dat ik op de fiets helemaal uit Nederland naar Italië ben gereisd. Ze vinden het zo ongeloofwaardig. Het kan volgens hen niet. Sterker nog ze geloven niet dat mensen, in dit geval ik, helemaal vanuit Nederland naar Italië kunnen fietsen. Allerlei verbazende blikken over en weer. Ik respecteer ieder mens, ook dit koppel, maar ik vraag mezelf wel af hoe naïef kun je zijn. Het blijkt dat beiden Italiaans spreken en aan hun onderlinge gesprek maak ik op dat ze toch wel enig niveau hebben. De ontmoeting geeft me een naar gevoel zoiets van geen leuk gezelschap en wellicht doe ik ze daar tekort mee, maar het is mijn mening. Meer bijzonder is de wijze waarop ze reageren. Ik verbaas me niet, want als ik dat doe is het al gebeurd!
Statistiek: Crema – Sibbioneta 108 kilometer in 5 uur en 48 minuten.
(gemiddeld 18,67 km/u)


Woensdag 01 juni 2011. (dag 14)

Ik heb gisterenavond een berekening gemaakt en op 15 kilometer na heb ik in 13 dagen dus bijna 1200 kilometer gefietst. Nog 450 à 500 kilometer fietsen en afzien, tenminste als het weer zo blijft als vandaag. Zware regenbuien weer. De druppels voelen zo groot als vallende knikkers als ze je lichaam raken. Op de fietshelm hoor je ze goed neerkomen. Mijn regenkleding geeft een goede bescherming, maar op den duur wordt je daar onder ook nat, maar dan van het transpireren. Onderweg heb ik me wegens dat euvel al eens in een veldschuur ergens in de middle of nowhere omgekleed/verschoond. Daarna deden een kopje koffie en een kopje bouillon wonderen. De moraal krijgt dan zoals dat heet een boost. Het landschap van de Po-vlakte is ééntonig en saai. De brug over de rivier de Po is erg lang en het fietspad is erg smal.Vandaag stoei ik wederom met de kaart en de realiteit. Ik moet wel zeggen dat de infrastructuur snel kan wijzigen, door de aanleg van rondwegen en rotondes, maar ondanks dat, dan moeten er toch nog genoeg aanknopingspunten overblijven om je weg te kunnen vinden.Op die punten komt het boekje redactioneel wat mij betreft te kort. Andere realiteit is dat ik het NIET goed lees!! Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat dat me ook is overkomen. Dan zit ik op de fiets om mezelf te lachen en doe een trapje extra. Ik ben ook een nieuw aangelegde spoorlijn tegen gekomen. In dat soort gevallen dus, moet er veel gevraagd worden aan de lokale bewoners om er zeker van te zijn, dat je op de goede weg zit. Op enig moment vraag ik aan een Italiaan of hij Engels spreekt. Hij reageert daar positief op. Op mijn vraag of hij uit dit stadje komt, wordt bevestigend op gereageerd. Als ik dan aan de hand van het door mij getoonde kaartje uit het boekje de man vraag of hij mij de weg naar de enige rotonde in het dorp kon wijzen, zegt hij doodleuk: “Ik spreek geen Engels in het Engels en zegt aansluitend: You can ask the lady over there. By the way in this village, there is no roundabout!!!” Ik blijf dus wel aanhouden en ik vraag hem in mijn gebrekkig Italiaans en met gebaren de richting naar het volgende dorp. Ik noem de naam van het dorp en toon hem ook de naam in het boekje. Hij kijkt me vervolgens heel vreemd aan alsof ik uit een andere wereld kom en antwoordt dan wederom in het Engels: “The village does not exist”. Vervolgens loopt hij gewoon weg. Een leuke anekdote voor bij de borrel, maar op zo’n moment sta je daar als een boer met kiespijn. Je verliest tijd, je koelt af. Kortom niet prettig. Nog een voorbeeld. Ik vraag een man, die kennelijk net boodschappen heeft gedaan de weg. Hij vraagt mij waar ik naar toe moet. Ik zeg dat ik op de fiets onderweg ben naar Rome. Hij kijkt me verschrikt aan, schiet helemaal in stress, verklaart me in het Italiaans voor gek (althans dat denk ik) en loopt vervolgens weg. Lachwekkend is het wel. Als ik in dat dorp in een broodjeszaak een paar broodjes wil kopen, blijkt dat ze zijn uitverkocht. De supermarkt ingegaan voor verpakte sandwiches. Niet voorradig. Ik koop enkele bananen en wat ander fruit en wat cola. Daar moet ik het dan maar mee doen. Ik heb tenslotte recht op ontbering. Okay, doorfietsen dan maar en na ongeveer 1,5 uur een reclamebord langs de weg met een aanbieding dagmenu € 10,00. Geweldig zo’n aankondiging en ik denk dat gaat het worden. Bij de gelegenheid aangekomen parkeer ik mijn fiets onder een afdak, want het regent nog steeds en hij staat in het gezichtsveld en ik loop naar binnen. Ik word te woord gestaan door een verveelde, telefonerende Arabier. Tijdens het gesprek vraag ik hem of ik kan plaatsnemen voor het dagmenu. Hij blijkt vervolgens van overal en nergens te komen en van niets te weten. Hij zegt dat ik Frans moet spreken, maar gaat zelf in het Arabisch door aan de telefoon. Onderwijl wil hij me een paar broodjes serveren. Ik weiger uiteraard. De man wordt boos als ik hem nogmaals om een dagmenu vraag. Hij verbreekt zijn telefoongesprek en zegt in het Frans dat hij zijn baas gaat bellen. Zijn baas geeft hem uitsluitsel. Er wordt niets geserveerd de zaak is gesloten!!!! Daar sta je dan weer in de stromende regen.
Ik kom steeds dichter bij het modaine Modena, dé wereldhoofdstad voor sportauto-industrie, wat mij betreft. De automerken, Ferrari, Maserati en De Tomasso hebben er hun fabrieken en dus hun thuisbasis. Ik volg de blauwe borden, wetende dat daar ook fietsers mogen rijden, maar plotseling rijd ik op een autobaan. Keren is dus geen optie, dus doorrijden en meerijden met het verkeer. Het gaat allemaal goed. Als ik in een buitenwijk de autobaan verlaat en een gerugzakte (wat een woord) zie lopen, spreek ik hem aan. Het blijkt een Duitse jongeman te zijn op echte pelgrimage naar Rome. Het is de eerste lopende Rome-ganger die ik in Italië ontmoet. We spreken ongeveer een kwartier met elkaar. Tijdens het gesprek komt de wereldse naam van de huidige paus voorbij, Joseph Ratzinger. Spontaan begint de Duitser een anekdote te vertellen, dat na de verkiezing van Ratzinger tot paus, werd er in Duitsland volop werd gespeculeerd over welke naam van de paus zou kiezen. “In de polls stond Adolfus II hoog genoteerd”. Het is een grap waar ik wel om kon lachen. Na deze ontmoeting vervolg ik mijn weg naar het centrum. Dit staat met borden goed aangegeven.
Ik hoop de kathedraal nog te kunnen bezoeken, gelet op de tijd die ik nog heb. Als ik er ben blijkt de kerk wegens restauratie gesloten te zijn. Jammer. Ik eet en drink wat in een gelegenheid aan het Piazza Grande en ben op zoek naar een hostel, hotel of B&B. Het hotelletje, Albergo del Pozzo, wordt snel gevonden. Er is geen mogelijkheid voor het achter slot en grendel stallen van mijn fiets. De oplossing is: De fiets gaat mee naar de kamer. Geen probleem. Via de receptie informeer ik naar de mogelijkheid tot het bezoeken van de Ferrari-fabrieken. Ik logeer op 15 kilometer afstand en ik zie mezelf al mijn fiets parkeren bij de voordeur van Ferrari. Humor. Er wordt voor me gebeld en er wordt geïnformeerd hoe laat ik terecht kan. Helaas morgen is het 2 juni en nationale feestdag vanwege het 150-jarig bestaan van de Republiek Italië, en dan is alles gesloten. Dus ook Ferrari. Wederom pech. Ik loop de stad in en scoor nog een pasta-maaltijd. Ik trakteer mezelf op een op lekker Italiaans schepijsje en loop lekker terug naar het hotel. Op de televisie is er een live-optreden van Zucherro in de arena van Verona. Prachtig om te zien. Zo rond 22.45 uur na afloop van het concert ga ik onder zeil om lekker te slapen. Morgen weer een dag.
Statistiek: Sibbioneta – Modena 95,1 kilometer in 5 uur en 38 minuten.
(gemiddeld 16,88 km/u)


Donderdag 02 juni 2011. (dag 15)

Om 08.00 uur verlaat ik het hotel, na heerlijk geslapen te hebben. Dat ik zo vroeg kon vertrekken is mede te danken dat ik de fiets op de kamer had staan en zodoende hem daar ook kon bepakken, hetgeen me enig gesleep met tassen bespaard is gebleven. Het ontbijt werd verzorgd door een lieftallig Italiaans kamermeisje, die perfect Engels sprak. Ze verzorgde ook het afrekenen. Het was allemaal perfect geregeld.
Ik ben naar het Piazza Grande gefietst ongeveer 3,5 kilometer om daar de Rome-route weer op te pakken. Op het plein was het een geregel van jewelste door allerlei autoriteiten (politie, carabannieri, militairen etc.) en allemaal in ceremonieel tenue. Wel een mooi gezicht om te zien uiteraard.
Ik spreek een jonge dienstdoende militair aan om 2 redenen. Ik wil weten wat voor een bijzonderheid / plechtigheid staat te gebeuren en ik wil de weg naar een bepaalde straat weten. De straatnaamaanduidingen staan niet erg duidelijk op de gevels van de hoekhuizen. Dit is vaak het geval in oude binnensteden in Italië. De jonge soldaat werd van een afstand onmiddellijk schreeuwend tot de orde geroepen door één of andere hogergeplaatste militair. Ik neem aan dat het een kolonel was (een balk en 3 sterren, |***,). De soldaat werd in houding gezet en kreeg de volle laag. In mijn ogen was er dus totaal niets gebeurd, dus ten onrechte. Ik bleef het gebeuren nog een tijdje aanzien en besloot de aandacht te trekken van de hoger geplaatste militair door hem te wenken met mijn militaire pas als dienstslachtoffer.
Zowaar het lukte. Hij stapte resoluut op me af. Ik sprak hem in het Engels aan en vroeg hem gewoon de weg. Ondertussen bekeek hij mijn pasje. Ik werd plotseling korrekt en met respect te woord gestaan. Zijn houding was ineens totaal anders, hij groette mij officieel en bood zijn excuses aan voor zijn gedrag. Hij vertelde vervolgens dat er vandaag een officiële bijeenkomst was ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van Italië. Hij wees me de juiste weg en we namen afscheid. Het incident deed me wel wat en ik hoop dat de man zich realiseerde dat zijn gedrag niet de juiste was. Wellicht een leermoment. De stad Modena verlaten was vervolgens een fluitje van een cent. Hierin blonk het boekje dan wel weer uit. Het is ook de dag dat ik afscheid neem van de Po-vlakte en de Appenijnen mij gaan omarmen. Het klinkt poëtisch, maar ik verwacht zeker nog een aantal bijzonder zware momenten. Voorlopig rijd ik over een prima fietspad en voor ik er erg in heb ik weer 45 kilometers zonder problemen weggetrapt. Ik word door diverse lokale mountainbikers en wielrenners respectvol aangemoedigd en/of aangesproken en die mij spontaan de weg wijzen, nadat ze me gevraagd hebben waar ik vandaan kom en waar ik naar toe ga. Niet dat ik het echt nodig heb, maar het “kietelt” wel je moraal en dat geeft de burger moed. Na het verlaten van het lange fietspad, sta ik aan de voet van een beklimming naar een hoogte van 759 meter (Zocca). Ik rijd zonder problemen naar boven, overigens vandaag weer in korte broek en een in shirt met korte mouwen, sinds mijn ongeval vlak voor Basel. De verwondingen zijn weer dicht en de verbrandingen door de Franse zon kunnen inmiddels de Italiaanse zon verdragen. Ik realiseer me dat ik eigenlijk geen foto’s van mijn verwondingen heb gemaakt om ze aan het thuisfront te laten zien. Gemiste kans! De top van de Zocca wordt aangeduid met een bord waarop de hoogte als volgt wordt aangeduid: ZOCCA 759 m.s.l.m.
“m.s.l.m.” staat dus waarschijnlijk voor: “Metri Sul Livello del Mare” maar het zijn toevallig ook mijn initialen.Heel bijzonder en in dit geval geeft het me ook wel een kick. Een foto of 2 moeten er zondermeer gemaakt worden.
Het is bewolkt met een temperatuur ligt tussen de 20 à 25 graden Celsius. Ik heb het gevoel dat ik als een speer ga. Voor het eerst sinds mijn laatste fietstocht naar Santiago de Compostela in 2009 heb ik het gevoel dat er alles is en precies op zijn plaats valt: het leef- en fietsritme; de conditie, de spijsvertering, het op geregelde tijden kunnen eten, rusten en slapen, de moraal welke al goed was, kortom alles!! En dat dus pas na 2 weken ploeteren. Inmiddels wel meer dan 1200 kilometer afgelegd. Ik hoop dat dit weer de komende periode wel zo aanhoudt.De natuur is prachtig en overweldigend, zowel de beklimming als de afdaling van de Passa Brassa (989 meter. Daarna gaat het richting Porretta del Terme. Het gebied staat van oudsher bekend om zijn heilzame bronnen. In oktober 2010 verbleef ik, voor een korte vakantie in het stadje Montecatini Terme, hier niet ver vandaan. Het gebied is voor wat betreft natuur en klimaat een prima vakantiebestemming. Een prima uitvalbasis voor uitstapjes naar o.a. Pisa, Lucca, Firenze en Pistoia. Voor ik aan de afdaling begin, neem ik een lunchpauze. In een klein en onooglijk restaurantje bestel ik een macaronischotel, die ongekend lekker is. Een paar rode glaasjes vocht en ik kan er weer een tijdje tegen. Bij binnenkomst zitten er 3 mensen en bij vertrek wel een stuk of 20. Allemaal lokalen, dus het was een goede keus van mij. Aan het tafeltje naast me, neemt een jong Italiaans echtpaar met een klein kind plaats. Het kind wil van haar moeder weten wat voor een persoon ik ben. De vrouw neemt het voortouw en vraagt mij in het Italiaans of ik geen last heb van de tocht. Ik begrijp haar dus niet direkt, maar haar man springt bij en in een combinatie van Frans, Engels en Italiaans komen we in gesprek. Het gaat over op reis gaan in het algemeen. Het toeval wil dat het echtpaar komende zomer met een camper naar Nederland op vakantie gaat. De man is uiteraard erg geïnteresseerd. Kortom ik wissel wat gegevens met hem uit. Als hij zijn reisschema mailt, beloof ik hem daar vrijblijvend een paar goede campings bij te zoeken. Na de lunch en het gesprek begin ik aan de afdaling van de Passa Brassa, met afdallingen van 15% en soms 1 of 2 procent meer. De snelheden die ik zou kunnen bereiken liggen wellicht in de buurt van 65/70 of meer, maar ik heb de snelheidsbegrenzer bij mezelf afgesteld op 55 km/u niet hoger. De verleiding is wel groot, maar afspraak is afspraak ook met mezelf. In Porretta is er dus ook geen camping, dus ik ben aangewezen op één van de hotels, Hotel Santoli. Het stadje ademt in al zijn voegen oude glorie uit van de jaren 1920 / 1930. Een kamer van € 70,00 gescoord. De prijs afgedongen naar € 55,00. Een avondmaaltijd gebruiken in het hotel is niet mogelijk, omdat de keuken gesloten is, dus na het dagelijkse reinigingsritueel ga ik om 19.00 uur wandelend het stadje in. Tijdens het wandelen word ik door een Noordafrikaanse uitziende man in het Pools (!!!!) aangesproken. Hij wil me kennelijk “iets onduidelijks” verkopen. Ik doe een gok en ik spreek de man in in het Frans aan. Ik laat de opdringerige man duidelijk blijken dat ik van zijn van Marokkaanse (gewoonweg een gok) manieren niet gediend ben. Verbaasd reageert hij met de vraag hoe ik weet dat hij van Marokkaanse origine. Ik beantwoord de vraag bewust niet en met een verongelijkte wedervraag mijnerzijds vraag ik hem hoe hij eigenlijk weet/wist dat ik een Pool zou zijn!!!!! Leuk dus, hij was UPG (Uit Positie Gekletst, het laatste woord mag ook anders luiden Gel....). Misschien nog een lekker hapje pakken in een restaurantje, maar er is eigenlijk niets geopend. Het is duidelijk merkbaar dat het stadje qua uitstraling en toerisme op zijn retour is. Om toch iets te eten hebben koop ik in de plaatselijke super (met een Marokkaanse uitbater) een paar broodjes. Wijn verkoopt hij uit geloofsovertuiging niet, maar de buurman een echte Italiaanse slager dus wel. Terug in het hotel word ik door de receptionist aangesproken met de mededeling dat het restaurant alsnog geopend is, weliswaar met een aangepast menu, omdat er meer dan 10 hotelgasten te kennen hebben gegeven, dat ze in het hotel willen eten. Daar sta je dan met je verse broodjes. Gelukkig goed ingepakt, dus die zijn dan voor onderweg morgen. Ik beding wel dat ik mijn eigen wijn kan nuttigen aan tafel. Dat is gelukkig geen probleem. Ik laat me vervolgens vergasten op een lekkere raviolischotel, is dus “de benzine” voor een fietser. Om 23.00 uur ga ik schapen tellen.
Statistiek: Modena - Porretta del Terme 97,1 kilometer in 6 uur en 15 minuten. (gemiddeld 15,51 km/u)

Vrijdag 03 juni 2011. (dag 16)

Om 07.30 uur aan het ontbijt, nadat ik alles reisklaar heb gemaakt. Ik zit alleen in het restaurant. Er loopt zo’n typische oude Italiaanse ober wat rond te scharrelen, die je wel in de gaten houdt. Hij poetst wel 5 à 6 keer dezelfde toog. Ik betrap me erop dat ik hem meer in de gaten houd dan dat het omgekeerd is. Om 08.30 uur vertrek ik. Ik kan meteen aan de bak voor een klim met een lengte van ongeveer 26 kilometer naar een hoogte van ongeveer 850 meter. Na 2 à 3 kilometer heb ik me al helemaal in het zweet getrapt en ondanks een aantal glazen wijn van gisterenavond zit ik meteen erg goed in het ritme. De weg is voorzien van een bijzonder slecht wegdek en dat kost natuurlijk extra kracht.Weinig mooie momenten in de smalle vallei waar ik rijd richting Pistoia. Onderweg ontmoet ik 2 Italiaanse dames, met een leeftijd die ik schat van tussen de 40 en 50 jaar, die 4 dagen aan het trainen zijn. Ik word uitgenodigd met hen mee te fietsen. Het zijn nog zo’n 3 kilometer bergop, die we samen kunnen fietsen. De dames hebben een andere route, maar een gangmaker voor hun laatste traject bergop is natuurlijk een welkome zaak. Ik laat me gewillig gebruiken. Hierna sla ik af richting Pistoia en volgens het boekje is het een steile afdaling met stukkenvan 15 % tot 17 % met veel verkeer. Ik vind het echt niet erg maar de beschrijving van het boekje klopt dit keer echt.Als fietser ben je in principe ondergeschikt aan het gemotoriseerd verkeer, maar met meer dan 1300 kilometer ervaring krijg je enig inzicht hoe één en ander in het echt werkt. Je biedt je als volbepakte fietser brutaal aan als een volwaardig verkeersdeelnemer en volgt het verkeer alsof je een kleine auto of moter bent. Dat werkt echt het beste. Halverwege de afdaling kom ik achter een langzaam dalende Oost-Europese vrachtwagen terecht. Ik blijf achter hem rijden, terwijl het achterop komend verkeer hem op allerlei manieren passeert of probeert te passeren. Erg veel adembenemende momenten vanwege de “bijna net niet momenten”. Het is niet te beschrijven, maar erg spectaculair, gewoonweg wildwest in optima forma. Ik rijd Postoia binnen op het plein, waar ik vorig jaar mijn huurauto parkeerde. Ik volg de route door de stad en kom langs een mij bekende lunchroom, waar ik natuurlijk een kopje koffie neem. Pistoia uitkomen is project op zich. Na een klein uurtje zit ik weer op de juiste route, althans dat meen ik. Route-boek en realiteit conflicteren weer eens.Plotseling sta ik in de middle of nowhere, op een kruispunt in een gebied van boomkwekerijen en geen aanwijzingen of mensen die mij de weg kunnen duiden De bordjes die er staan verwijzen naar bedrijven en dus niet naar het volgende dorp. Op mijn richtingsgevoel van een gestoorde bejaarde postduif kom ik in de goede richting. De laatste 30 kilometer naar Firenze rijd ik langs de provinciale weg. Van de rand van de stad tot het centrum, met name Ponte Vecchio, neemt nog zeker 45 minuten fietsen in beslag. Ik laat me daar met fiets en verwonde arm door zo maar een toerist fotograferen.Ik breng een bezoek aan de lederwarenzaak, waar ik vorig jaar met Alice een paar mooie handtassen heb gekocht en een leuk kontakt met de Engelse sprekende eigenaar heb over gehouden. Vandaag was hij er niet, maar zijn zoon die erg veel op hem lijkt was er wel. Hij zou de groeten overbrengen. In de drukte verwissel ik routeboekje 2 voor versie 3 Firenze – Rome. Een bijzonder moment. Het is 15.45 uur en heb telefonisch kontakt met Alice om haar deelgenoot te maken van het feit dat ik Firenze hebt bereikt.
Ze vertelde me dat mijn retourvlucht naar Nederland met een week is (omgeboekt) vervroegd naar 08 juni 2011. Niels heeft het allemaal geregeld. Deze voorgenomen wijziging heeft te maken met het feit dat ik nog maar een 280 à 300 kilometer verwijderd ben van Rome. De camping Smeraldo, mijn laatste bestemming en tevens de inleverplaats van fiets en bagage ligt ongeveer 50 kilometer van Rome. In 2 etappes van 125 tot 140 kilometer naar Rome moet te doen zijn. Volgens mijn informatie is het nog ongeveer een 35 à 40 kilometer naar de eerstvolgende camping. Het is nu vrijdag, dus met een beetje geluk kan ik zondag namiddag op de camping Smeraldo aankomen. Maandag op en neer naar Rome. En dinsdag fiets en bagage inleveren om vervolgens woensdagmorgen de thuisreis te maken. Het gaat wel ten koste van een week Rome. Het zij zo! Een week vakantie thuis met Alice is natuurlijk aanzienlijk waardevoller. De beslissing legt wel druk op de 2 komende fietsdagen. Ik ga er gewoon voor. Aan de hand van de stadsplattegrond verlaat is de stad langs de Via Michael Angelo. Mijn oog valt op een bordje dat naar een camping verwijst. In het routeboekje staat daarover niets vermeld. Het is dezelfde richting uit dus ik zal het wel zien. Ik ga er vanuit nog zeker 40 kilometer te moeten fietsen. Bij een verkeerslicht word ik in het Engels aangesproken door een jongeman op de fiets. Hij zegt, dat hij dezelfde Ortlieb fietstassen heeft. Hij vraagt vervolgens of ik op zoek ben naar een camping. Ik antwoord hem dat ik nog ongeveer 40 kilometer te gaan heb naar de camping. Droog zegt hij, dat de camping aan de overkant van de straat is gelegen. Het is de stadscamping van Firenze. Het besluit is snel genomen. Hier ga ik overnachten. De jongeman wijst mij de receptie en ik krijg daar een plaatsje toegewezen.Ik zet mij tent op, ga onder de douche. Ik maak een kopje koffie voor mezelf en kom in gesprek met een Nederlands sprekende Belg die onderweg is van Basel naar Rome. Het gesprek gaat natuurlijk, het kan niet anders of fietsen en fietsbestemmingen, maar ook over lichtgewicht kampeermateriaal. En ook HEEL BELANGRIJK over hetgeen je vooral NIET MEENEEMT (=de kunst van het weglaten). Tijdens het gesprek sluit een Rotterdammer aan en ook onderweg naar Rome. Deze man gaat morgen op zijn rustdag even op en naar Pisa (=140 kilometer). Even later arriveert er een Nederlands echtpaar, van de categorie IWAB (“ik weet alles beter”) ook onderweg vanuit Nederland naar Rome. Zij vinden aansluiting met Belg, de Rotterdammer is plots verdwenen en ik breng het merendeel van de avond verder door met mijn Franse buren. Ze komen uit Lille en vertellen dat ze elke 3 weken wel in Nederland (Breda, Tilburg, Eindhoven) gaan winkelen. Bijzonder dit te horen. Ze zijn beiden gepensioneerd en echte vakantiegangers en hebben heel wat te vertellen over hun ervaringen. In het campingrestaurant neem ik een salademaaltijd en drink koffie bij de tent. Als ik voor het slapen gaan nog even een praatje maak met de Belg, staat plotseling de Engels sprekende jongeman voor me. Het is de jongen die mij ‘s middags de camping wees. Hij vraagt me of ik morgen richting Siena/Rome ga. Ik bevestigde dat en hij vraagt me of hij met me mee kan rijden. Ik vertel hem dat het eerder andersom zal zijn gelet op mijn leeftijd. De klik was er en we spreken af dat we om 08.00 uur zullen vertrekken. Gelet op het feit dat hij meer gedronken heeft dan goed voor hem is, heb ik zo mijn bedenkingen. Maar goed, als hij er zou zijn hadden wel steun aan elkaar. We zullen zien. Ik SMS nog naar Alice en om 23.30 uur staar ik naar de sterren en val in slaap.
Statistiek: Porretta del Terme – Firenze 86 kilometer in 5 uur en 25 minuten. (gemiddeld 15,87 km/u)

Zaterdag 04 juni 2011.(dag 17)

De hele tocht is het nog niet gebeurd, maar juist ik verslaap me. Ik word om 06.45 uur wakker. Ik doe mijn ding en na het ontbijt om 08.40 uur ben ik klaar voor het vertrek. De jongeman, uit Australië, is er even na 08.00 uur. Hij heet James Hayes en maakt, na zijn universitaire opleiding, een Europese fietstocht. (Londen – Edinborough v.v. Nederland / België / Noord Frankrijk / Duitsland / Tsjechië / Liechtenstein / Oostenrijk / Zwitserland / Italië / Spanje / Portugal / Spanje / Engeland).
Onderweg vertelt dat hij, net zoals ik een ongevalletje heeft gehad, waarbij zijn voorvork dusdanig is vervormd, dat hij nog maar net rechtuit kan sturen. Bij het maken van een bocht komen zijn voeten telkens tegen het voorwiel. Hij was al bij een aantal Italiaanse fietsenzaken geweest, maar die wilden en/of konden hem niet helpen. Wellicht de taalbarrière of de winkeliers vertrouwden het niet. Niemand weet het. James had zelf al de Europese distributeur van KONO-fietsen in Lugano gebeld, maar deze leverde niet rechtstreeks aan particulieren. James kreeg een verwijzing naar een fietsenwinkel in Rome. Het is zijn 6 en laatste adres/mogelijkheid/hoop. Hij vroeg me te helpen, omdat ik volgens hem de taal en Italiaanse cultuur ken. Kortom hij zocht steun en ik zegde hem toe hem te helpen. De weg van Firenze richting Siena blijkt een flink aantal kuitenbijters te herbergen. De beklimmingen komen voor mij eigenlijk veel te vroeg. De spieren zijn nog stram en door de temperatuur en door de hoge luchtvochtigheid kom ik maar niet in het mij gewenste fietsritme. Ik blijf stug doortrappen. Mijn lichaam blijft om vocht vragen. Al met al even een zware morgen er tussendoor. De afstand van 70 kilometers, zo hadden we ingeschat, zou in 3 uurtjes te doen zijn. Uiteindelijk bleek het 4,5 uur te zijn. Het was superzwaar. Wel mooie panorama’s. Tijdens één van de drinkpauzes lezen we in de documentatie dat er in Siena ook een fietsenzaak is, die het merk KONO voert.
Als we in Sienna zijn zo rond 14.00 uur is de winkel natuurlijk gesloten en gaat pas om 16.00 uur open. We rijden door het bijzonder drukke voetgangersgebied naar het beroemde plein van Siena.We informeren bij de plaatselijke VVV naar kampeermogelijkheden richting Rome. Alle mogelijke opties liggen te ver weg in kilometers gerekend of ze liggen te ver verwijderd in oostelijke of westelijk richting van de route. Informatie over ‘Camere libre” / “Bed & Breakfast” is niet voorhanden, omdat het gebied waarin we gaan fietsen in een andere provincie ligt. We zullen ons dus zelf moeten bedruipen. In de middag krijg ik het ritme en de kracht van voorgaande dagen weer te pakken. We rijden met een relatief hoog tempo, gelet op de temperatuur van 30 à 33 graden Celsius, veel wind, net zoveel beklimmingen als afdalingen als vanmorgen. Op dit traject komen we geen campings tegen. Uiteindelijk overnachten we in een hotel San Quirico d’Orcia. Een mooie accommodatie (en duur dus).James zijn budget is daarvoor ontoereikend. Als ik alleen was geweest had ik geen andere keus gehad en dan had ik het hotel ook genomen dus ik maak met James de deal dat hij zijn budget bijdraagt in de kosten en we delen de kamer samen. Ik weet nog € 25,00 op de kamerprijs af te dingen. We maken er samen een gezellige avond van, met een flesje rode wijn en een flinke zak chips. Om onderweg te kunnen eten ben je aangewezen op gewone lokale barretjes zoals er 10 in een dozijn zijn en telkens is het een verrassing wat er te eten is. Doorgaans dus pizza of iets dergelijks. In het hotel hebben we beschikking over internet. Ik check de mail, print mijn e-ticket met vluchtgegevens en schrijf nog een mail aan de “supporters”. Het is later geworden, dan ik de afgelopen weken gewend ben geweest. 00.30 uur beland ik in de lakenstraat.
Statistiek: Firenze - San Quirico d’Orcia 121,5 kilometer in 7 uur en 40 minuten. (gemiddeld 15,86 km/u)

Zondag 05 juni 2011. (dag 18)

We zijn om 06.30 uur op en in een rap tempo zijn we reisklaar. Even voor 07.30 uur doen we ons te goed aan een goed en degelijk ontbijt. Dat zullen we nodig hebben, want willen vandaag toch zo’n 150 kilometer overbruggen. Naar de camping Smeraldo in Trevignano Romamo. We hebben de route zo gevonden en we genieten fietsend volop van de vredige en rustige zondagmorgen en het Toscaanse landschap.Zonder problemen bereiken we het meer van Bolsano, in de krater van een oude vulkaan. Als we in een cafeetje lunchen begint het zachtjes te regenen. Op het terras onder een groot luifel is dat uiteraard geen probleem. Als we weer fietsen begint het ongewoon hevig te regenen, onweren, donderen, bliksemen en alles wat daarbij hoort. Een totale wolkbreuk dus. Tot op de laatste draad door en door nat. We besluiten door te rijden en gokken erop dat we ons op deze manier droogrijden.Dat lukt vrij aardig, maar als we even voor de afslag Shutri zijn begint het weer te regen en niet zo zuinig ook. In de laatste kilometers zit nog een gemene bochtige klim met een erg slecht wegdek en relatief veel autoverkeer, met zo zijn eigen verkeersreglement. De regen blijft met bakken uit de hemel vallen. Tijdens een korte stop, bel ik met Alice met de mededeling dat ik later op de avond zal terug bellen. Het is nu 19.00 uur en we hebben nog een kleine 15 à 20 kilometer te gaan en we hebben ons doel bereikt. James en ik beginnen het zelfs fijn te vinden om zo in de regen te fietsen. Eerder op deze tocht heb ik dat gevoel ook als eens uitgesproken. Na de laatste klim dalen we af naar Trevignano Romano en volgen de oostelijke zijde van het Lago di Bracciano. Dit is een vulkanisch kratermeer. Het meer is het waterreservoir voor de stad Rome. Op het meer mag niet gemotoriseerd gevaren worden. We rijden door het dorp Trevignano Romano, maar nergens zien we een bord met een verwijzing naar camping Smeraldo. Omdat we zo snel mogelijk uit de natte kleren willen en willen douchen bel ik met de campingeigenaar die ons zegt gewoon de weg die zo dicht mogelijk tegen het meer ligt te blijven volgen. Na enige tijd bereiken we camping Smeraldo. De trekkerhutten zijn verhuurd, maar ook prijzig zie ik op het bord. Een mobielhome is nog duurder. Voor beiden zijn er nog flinke verplichte schoonmaakkosten aan verbonden. Het resulteert dus gewoon in het feit dat we onze tentjes op gaan zetten. Inmiddels is het gestopt met regenen. Ons wordt een overdekte kampeerplaats toegewezen met elektriciteit voor de prijs van € 18,00 (voor 2 tenten, 2 personen, 2 fietsen, elektriciteit) dus € 9,00 p.p. We hebben snel onze tenten opgezet en hebben daarna gedoucht.We hebben daarna in het restaurant aan de overzijde van de weg beiden genoten van een welverdiende pasta-maaltijd. Rond 23.15 uur zijn we weer terug in de tent en gaan we slapen naar een werkelijk zeer zware dag. James vertelt me nog dat het voor hem de eerste keer van zijn leven is dat hij een afstand van meer dan 150 kilometer op één dag heeft afgelegd. Het is hem mede gelet op het weer meegevallen.
Statistiek: San Quirico d’Orcia- Trevignano Romamo 152,1 kilometer in 8 uur en 34 minuten.(gemiddeld 17,75 km/u)

Maandag 06 juni 2011. (dag 19)

Om 06.45 uur word ik wakker gemaakt de vogels die volop tjilpen. Het is lekker koel. Ik permitteer nog even te blijven liggen in de wetenschap dat ik de toer ook deze keer (op 45 km na, die doe ik vandaag) heb gehaald. Een lekker gevoel is het wel. Temeer omdat er een aantal mensen zich sceptisch hadden opgesteld. Zo van, we moeten het nog zien, dat hij het gaat halen. Ik moet wel zeggen dat de hele tocht erg zwaar was.
Zwaar met een hoofdletter “Z”.
Zwaar in de zin van:
Onvoldoende trainingskilometers;
Afbouw van medicatie tijdens de voorbereiding;
Het geaccidenteerde traject (Alpen zijn echt geen Pyreneeën);
Andere voorstelling gemaakt tijdens inlezen, de realiteit is anders;
Erg wisselende en extreme weersomstandigheden;
Het routeboekje dat soms niet overeenkomt met de realiteit;
Het geheel op jezelf aangewezen zijn, ervaarde ik slechts minimaal in negatieve zin, doch soms zou een fietsgenoot fijn geweest zijn, was het maar in de zin om iets af te stemmen;
Overnachtingsmogelijkheden wel of niet aanwezig;
Het slechte wegdek vooral in Italië;
Toch weer teveel bagage (C-pap apperatuur).


Al deze aspecten kwam ik verschillende vormen en combinaties tegen.
Op geen enkel moment heb ik getwijfeld of ik het wel of niet zo halen.
De moraal is op geen enkel moment op welke manier dan ook in negatieve zin aangetast geweest, ook niet toen ik een flinke tuimeling had gemaakt vlak voor Basel. De verwondingen en (spier)pijnen als gevolg daarvan hebben me de fysiek gezien eigenlijk slechts een halve dag parten gespeeld.
Alle weersinvloeden heb ik ondergaan. Vorst, hagel, (ijs)regen, hitte, harde (tegen)winden, wolkbreuken, onweer en bliksem, laaghangende bewolking, mist, ijzel en een heel klein beetje sneeuw. Het heeft wel wat om daar naderhand eens fijn aan terug te denken op een warme winteravond thuis.
De valpartij bij Basel heb ik bewust voor het thuisfront verzwegen. Het gaf enerzijds een goed en anderzijds een oneerlijk gevoel. Ik weet per slot van rekening persoonlijk het beste hoe gevoelig dat ligt, mede gelet op het zware fietsongeluk dat mijn broer een aantal jaren geleden heeft gehad. Ik heb mijn vrouw niet willen verontrusten met iets wat voor mij in werkelijkheid minder erg is, maar voor haar, als een dergelijk bericht je bereikt, toch als zeer ernstig wordt ervaren. Ze zit dan thuis en kan niets doen. Na deze overpeinzingen sta ik om 07.30 uur op een maak en sterke kop koffie en een lekker kopje bouillon (voor het zoutgehalte), zoals elke morgen. Na het ochtendritueel schiet ik weer in mijn bijna droge wielkleding. James is inmiddels ook wakker een schuift aan bij de koffie. Sterker nog hij maakt een heerlijk kopje espresso. Om 08.30 uur stappen samen op de fiets richting Rome. We stoppen in Anguillare om bij de fietsenwinkel BikeTechno ons geluk te beproeven.De fietsenmaker, lijkt zich erg voor ons in te spannen door een aantal telefoontjes te plegen, maar uiteindelijk zonder resultaat. Ik persoonlijk heb de indruk, dat de bereidwilligheid van de man in evenredigheid afneemt naarmate er meer klanten zijn zaak verlaten (inmiddels heb ik er 4 geteld). We verlaten, maar James in het bijzonder, teleurgesteld de winkel. De moraal van James daalt verder naar het nulpunt. Na wat “PEP-talk” van mijn kant gaan we goedgemutst richting Rome, maar niet nadat we in de lokale bar/restaurant een goed ontbijtje hebben gescoord. Ook zoiets krikt de moraal van James omhoog.
De weg naar Rome is erg druk en niet ongevaarlijk. Vlak voor Rome maken samen de verkeerde keuze en we komen op de zéér drukke rondweg van Rome terecht. Gelukkig een zeer brede fietsstrook, maar die is wel bezaaid met allerlei zwerfafval. Met een gemiddelde van tussen 30 à 35 km/u bereiken we de wijk waar de de KONE-dealer (fietsenwinkel) voor Rome is gevestigd. Als we daar aankomen is het 13.15 uur en de winkel is net een kwartier geleden gesloten, maar het goede nieuws is: ““Om 16.00 uur weer open!!!!”” We besluiten eerst naar het Vaticaan te gaan waar we om 13.30 uur aankomen. Een fantastisch gevoel.

IK HEB MIJN FIETSTOCHT VOLTOOID

Ik bel met Alice dat ik op het Sint Pietersplein sta. Mijn collega’s in Nederland laat ik hetzelfde ook weten. Na het maken van de gebruikelijke foto’s, die helaas minder goed zijn gelukt, gaan we op zoek naar een geldautomaat om maar weer eens “nieuw geld” te halen. Vervolgens eten we in één van de zijstraatjes een bordje spaghetti (niet te flauw: € 16 p.p.) en willen daarbij een normaal glaasje bier (helemaal niet te flauw: € 7 p.p.) drinken. Dat vinden we toch wel wat te duur en nemen een bescheiden glas kraanwater à € 1,20 per glas. Een medium glas bier blijkt € 14 en een literpul bier € 21 te kosten. Als we het terras scannen worden er hier en daar toch de nodige pullen geserveerd te worden. We hebben geen kerken en/of andere bezienswaardigheden bekeken, gewoonweg vanwege het feit dat het ontzettend druk is en dat je nergens je fiets veilig kon en mocht parkeren. Voor mij geen probleem, want in het verleden heb ik Rome meerdere malen bezocht. James gaat de komende dagen nog een paar keer zonder fiets naar Rome. Ik koop nog een paar ansichtkaarten en we gaan weer richting fietsenwinkel. We zijn om 15.05 uur veel te vroeg en we hebben dus nog ruim een uur te gaan. James stelt voor op een nabij gelegen terras van een buurtcafeetje het feit te vieren dat ik Rome heb gehaald. Hij trakteert op een flinke fles bier (0,66 cl). Deze is aanzienlijk goedkoper, slechts € 2,80, en dat smaakt aanzienlijk lekkerder!!! Het hapt heerlijk weg en het blijft er niet bij één!!! Om 16.15 uur gaan we naar KONE-dealer, met “crossed fingers”.
Voor we het eigenlijk in de gaten hebben zijn de nieuwe onderdelen voor de fiets van James besteld en staan we binnen 20 minuten buiten, met de afspraak dat binnen 3 dagen alles binnen zal zijn en de totale reparatie/klus inclusief arbeidsloon slechts € 90 zal kosten. (James had gerekend op € 250). James is in de 7de hemel!!! Na 9 fietsenwinkels bezocht te hebben eindelijk resultaat. Donder-/vrijdag uiterlijk klaar, dus zaterdag of zondag kan hij dan per boot vertrekken naar Barcelona. Dat was hem wel wat waard. We zijn verstandig geweest en hebben die traktatie uitgesteld tot de avond. Met enigszins zware benen gaan we terug richting camping (ongeveer 50 km). Het is superdruk tijdens het spitsuur in Rome, maar een bijzondere uitdaging en tegelijkertijd een fantastische ervaring om daar te fietsen. Op enig moment wordt al het verkeer stil gelegd vanwege een parade te paard van politie en militairen in ceremonieel tenue. (blijkt achteraf een onderdeel te zijn geweest van een staking van overheidspersoneel tegen het beleid van de regering, werd mij verteld). We fietsen eerst langs de rivier de Tiber en vervolgens Via Cassini om ongeveer rond 19.45 uur in Anguillare in de supermarkt nog wat inkopen (flesje wijn en wat chips) te doen. Op de camping frissen we ons op en besluiten naar het restaurant aan de overkant van de weg te gaan. Terug gekomen op de camping dringt (dwingend eigenlijk, zo voelt het bij mij) de campingeigenaar nogmaals aan, dat hij me vooral wil wegbrengen naar het vliegveld (€ 70). Andere campinggasten zouden reeds toegezegd hebben volgens hem. Ik zeg hem toe de volgende dag mijn beslissing te laten weten.
James heeft een fles Chianti gekocht en met de chips van mij en wat ander eetgerei vieren we onze kennismaking en afscheid. Een paar zeer bijzondere ervaringen en dagen rijker. James bedankt me voor de fijne gesprekken en in het bijzonder over het feit, dat hij –ondanks zijn leeftijd en universitaire opleiding- nog nooit met een volwassen persoon van de leeftijd van zijn ouders over de dingen van het leven had gesproken. Ik bedank hem dat ik hem ontmoet heb en dat we samen veilig in Rome zijn aangekomen. Morgen drinken we samen nog een glaasje ter afscheid beloof ik hem, want ik heb voor mezelf besloten geen gebruik te maken van de pendeldienst van de campingeigenaar, maar woensdagmorgen per openbaar vervoer voor slechts € 9,90 naar het vliegveld te reizen samen met een Nederlands echtpaar. Daarover meer morgen.
James gaat morgen per openbaar vervoer naar Rome om vrienden te ontmoeten, die hij eerder in Europa heeft ontmoet. Ik zal de dag gebruiken om mijn bagage schoon te maken, in te pakken en in te leveren. Om 24.00 uur zoeken we elk onze slaapzak op.
Statistiek: Trevignano Romamo – Rome (Vaticaanstad) 104 kilometer in 6 uur en 2 minuten. (gemiddeld 17,56 km/u)

Dinsdag 07 juni 2011.(dag 20)

Om 06.00 uur reveille. Het was een relatief droge nacht. Door de lage luchtvochtigheid is mijn tent niet al te nat. Even wachten tot de zon schijnt en het zaakje kan droog ingepakt worden. James vertrekt om 07.20 uur richting bushalte. Hij vraagt mij of ik op zijn laptop wil passen. Ik geniet verder van mijn ontbijtje en wacht tot het moment dat mijn tent droog is. Deze verwachting wordt flink verstoord door een wolkbreuk die zijn weerga niet kent en wel 2,5 uur aanhoudt. Hoezo tent droog inpakken, hoezo bagage inpakken!!!!!
Ik mag schuilen bij een Nederlands echtpaar uit Deurne. We drinken koffie en wisselen onze (fiets)ervaringen. Ze zijn ook naar Santiago de Compostela gefietst. Ze zijn lid van het Jacobsgenootschap in Utrecht. Echte afstandfietsers / pelgrims. Op de camping zijn nog 2 Nederlandse fietsers, die aanstaande zaterdag terugreizen naar Nederland. Het gesprek komt op de pendeldienst naar het vliegveld door de campingeigenaar. Het blijkt een rare rekenaar te zijn:
1 persoon = € 70;
1 persoon aangevuld 1 echtpaar = € 70 + 2 x € 35;
2 onafhankelijke personen aangevuld met 1 echtpaar = 2 x € 70 +2 x € 35.

Een bijzonder rare regeling. De afspraken werden individueel gemaakt met de personen/ eenheden(!!!!) en vooraf afrekenen werd gesteld.
Dit gegeven opgetekend uit de verhalen van diverse campinggasten.
Hier kom ik later op de dag op terug.
De regen houdt aan en zo tegen 12.00 uur laat een voorzichtig zonnetje zich zien. Als gevolg van de hevige regen en de stijgende temperatuur is het erg benauwd. Het zal nog wel enige tijd duren voordat de tent droog is. Ik besluit toch nog maar even naar het dorp te fietsen. Ik post daar nog wat geschreven ansichtkaarten en rond 13.45 uur beland ik op een terrasje van een authentiek lokaal visrestauranje. Onder de grote lindebomen in de schaduw word ik erg vriendelijk bediend. Een Italiaanse mixed-salade met olijven en lokale groenten met olie en azijn uiteraard en stokbrood gevolgd door een overheerlijke spaghetti carbonare (de laatste dus) en een overheerlijk gekoeld karafje rode huiswijn.Tegen 15.00 uur betrekt de lucht en ik laat me door het bedienend personeel vertellen dat het weer gaat regenen / onweren. In de verte hoor ik reeds enkele donderslagen.Kortom geen goed voorteken en vooral geen weer om zaakjes in te pakken. Ik reken het astronomische bedrag van € 13,50 af en rijd in een rustig tempo naar de camping. De wind laat zich niet onbetuigd en het lijkt erop dat het weer gaat regenen. Kleine druppeltjes voel ik al. Tot mijn zeer grote vreugde waait het slechte weer over. Geen regen. Op de camping tref ik de campingeigenaar, die druk doende is het zwembad, voor het komende seizoen, schoon te maken. We komen aan de praat over het leven en wonen in Italië. Plots vraagt hij mij of ik al een beslissing genomen heb over het wegbrengen naar het vliegveld morgenvroeg, dan kan hij daar met zijn planning rekening mee houden. Andere campinggasten hebben al gezegd weg gebracht te willen worden. Ik vraag hem, dat als we met 3 mensen weggebracht worden, de prijs dan ongeveer € 23,50 p.p. is. Hij zegt vervolgens dat ik verkeerd reken en dat ik in eenheden moet rekenen. Hij zegt straks op zijn lijstje binnen te kijken over de exacte tijd en prijs, want hij weet het niet precies uit zijn hoofd!!!! Ik begrijp hoe het zit en laat hem fijntjes weten dat ik de volgende morgen met openbaar vervoer zal gaan voor het mooie bedrag van € 9,90. Ik zeg dat ik mijn spulletjes ga inpakken en in de loop van de avond de fiets en bagage kom inleveren. Ik ga naar mijn tent en spreek nog even met het echtpaar uit Deurne en informeer of hun plannen verandert zijn ten aanzien van het reizen naar het vliegveld. Zij hebben besloten met het openbaar vervoer te gaan en als ik aansluit is dat voor hun geen probleem. Ik deel nog even met hen het gesprek dat ik zojuist heb gehad. Ze reageren verbaasd dus!! Met grote snelheid pak ik mijn spullen, maakt de inmiddels droge tent schoon. Versleten fietskleding, kapotte of bijna kapotte spulletjes vinden hun “Waterloo” in de afvalcontainer. Eigenlijk binnen 2,5 uur is alles klaar. Om 19.30 uur is James terug uit Rome. We eten weer in het restaurant. In het restaurant is een familiediner (verjaardag) gaande van een welgestelde Italiaanse familie. Goed waarneembaar is, hoe de hierarchie binnen de familie is geregeld. Er gebeurd dus niets zonder toestemming van het hoofd van de familie. Een leuk leerzaam schouwspel. Ik betrek James in mijn waarnemingen en hij zegt later er enorm van genoten te hebben.
Na terugkeer op de camping verras ik James nog op een Nederlandse flesje Bavaria-export (0,66cl) als laatste afscheidsdrankje. Rond 23.30 uur zoek ik een beschut slaapplaatsje op een bank van een veranda van een stacaravan. Het is een heldere frisse nacht en ik heb een goede nachtrust.
Statistiek: Trevignano Romano v.v. 15 kilometer in 55 minuten.(gemiddeld 16,36 km/u)

Woensdag 08 juni 2011. (dag 21)

Om 07.15 uur staan James, het Nederlandse echtpaar uit Deurne en ik te wachten bij de bushalte. De bus richting het station in Anguillare kan ieder moment komen. De bus is niet vol en in een tijdbestek van een half uur zijn we op het station. We lopen een 500 meter en stappen bijna naadloos over in een stoptrein richting station Aurelia, waar we moeten overstappen op de metro. Bij het instappen van de trein struikelt de man van het Deurnese echtpaar. Hij bezeerd zijn linkerknie flink. Gedurende verdere reis krijgt er steeds meer last van. Hoe dichter we bij Rome komen, hoe drukker het wordt in de trein. De forensen en allerlei reizigers, waaronder wij zitten als een haring in een ton. Er kan echt geen mens meer bij.
Hier neem ik definitief afscheid van James, een bijzondere jongen, en wens hem heel veel veilige fietskilometers toe en overigens natuurlijk heel veel succes in zijn verdere leven. Na het overstappen op de metro moeten we een aantal ondergrondse stations eerder voor het hoofdstation Termini uitstappen. Het is ondergronds dus, een mierenhoop van mensen. Gelet op de diversiteit van mensen is het erg raadzaam waakzaam te zijn en te letten op je persoonlijke spullen.Als we weer bovengronds zijn blijkt dat de pendelbus van RyanAir naar vliegveld Rome (Ciampino) om 10.15 uur vertrekt. We hebben dus ruimschoots de tijd voor een kopje koffie met een broodje of iets dergelijks in de moderne koffie-bar vlakbij de bushalte. We zijn nog getuige van een diefstal. Een zwerver steelt een flesje Coca Cola, maar hij wordt door één van de barkeepers achtervolgt. Het flesje komt terug de dief laten ze lopen. De barkeeper ontvangt een klein bescheiden applausje van zijn collega’s. De bus vertrekt precies op tijd. De gate van Ryan Air sluit om 12.25 uur en volgens onze gegevens moeten we door de enorme drukte nog een kleine 25 kilometer afleggen. We schatten in dat we het net zullen halen. Echter naarmate we de bus verder van het centrum verwijderd neemt de intensiteit van het verkeer af. Om even over 11.00 uur zijn we in de vertrekhal. We gaan zonder problemen door de controle heen. Aangezien ik een Priority-boardingcard heb zal ik eerder in het vliegtuig zitten. Ik besluit zo mogelijk 2 plaatsen voor het Deurnese echtpaar bezet te houden. Het lukt gelukkig. Fijn voor de man met zijn bezeerde knie. Het vliegtuig vertrekt met een vertraging van een kleine 15 minuten (gepland 11.55 uur) We vliegen over de kustlijn en vervolgens over de Middellandse Zee. Over diverse eilanden om vervolgens via Zuid Frankrijk (Rhône-dal) in noordelijke richting te koersen. Een mooie rustige vlucht, waarin door de crew een tijdwinst wordt gerealiseerd van 25 minuten.Feitelijke aankomst in Eindhoven 13.55 uur ten opzichte van de geplande aankomsttijd van 14.05 uur. Ik neem afscheid van het Deurnese echtpaar en neem de door mij bestelde taxi naar huis. Om 14.30 uur ben ik thuis in Veldhoven en weer verenigd met mijn lief Alice.

Een bijzondere mooie fietstocht naar Rome;
Een reis die memorable momenten heeft gebracht;
Een fysiek onderneming, die aantoont dat je meer kunt dan je denkt;
Een mentale krachtmeting, elke beklimming is een oerwinning op je zelf;
Kortom een zware tocht, die je laat voelen hoe nietig je bent in het spel der elemanten en de natuur in zijn algemeenheid.


Ik ben enorm veel dank verschuldigd aan mijn echtgenote, die mij in staat stelde dit te mogen en te kunnen doen.

Overzicht van dagritten

Veldhoven - Walhorn
130 km. 7 uur 13 minuten gem. 18,04 km/u
Walhorn – Bütgenbach
59 km. 4 uur 37 minuten gem. 12,66 km/u
Bütgenbach – Gentingen
100 km. 5 uur 54 minuten gem. 16,99 km/u
Gentingen - Faulquemont
166 km. 10 uur 5 minuten gem. 16,44 km/u
Faulquemont – Lutzenbourg
95 km. 5 uur 35 minuten gem. 16.94 km/u
Lutzenbourg - Ribeauvillé
100 km. 6 uur 01 minuten gem. 16,66 km/u
Ribeauvillé – Basel
112 km. 6 uur 10 minuten gem. 18,22 km/u
Trein Basel-Andermatt.
Andermatt – St. Gotthard
18 km. 5 uur gem. 3,60 km/u
St. Gottard – Luino
116 km. 4 uur 43 minuten gem. 24,60 km/u
Luino – Onno
89 km. 4 uur 48 minuten gem. 18,48 km/u
Onno (rustdag)
9 km. 44 minuten gem. 11,60km/u
Onno – Crema
95 km. 5 uur 28 minuten gem. 17,31 km/u
Crema – Sibbioneta
108 km. 5 uur 48 minuten gem. 18,67 km/u
Sibbioneta – Modena
95 km. 5 uur 38 minuten gem. 16,88 km/u
Modena – Porretta del Terme
97 km. 6 uur 15 minuten gem. 15,51 km/u
Porretta del Terme – Firenze
86 km. 5 uur 25 minuten gem. 15,87 km/u
Firenze -San Quirico d’Orcia
121 km. 7 uur 40 minuten gem. 15,86 km/u
San Quirico d’Orcia- Trevignano Romano
152 km. 8 uur 34 minuten gem. 17,75 km/u
Trevignano Romano – Rome v.v.
104 km. 6 uur 02 minuten gem. 17,56 km/u
Camping - Trevignano Romano v.v.
15 km. 55 minuten gem. 16,36 km/u

Totaal gereden 1867 km met een gemiddelde van 16,30 km/u.

Gemiddelde dagafstanden is 93,5 km/dag

1 opmerking:

  1. Hoi Maarten ,
    heb wederom genoten van je uitgebreid verslag naar Rome. Met een beetje tegenspoed ( maar dat is er om te overwinnen)is het je toch weer gelukt. Het prikkelt mij om dit ook eens te doen ipv mijn korte fietsvakanties in het buitenland met een vaste thuisbasis. Hopelijk over 2 jaar een nieuwe ervaring voor je. Gr. John Knapen

    BeantwoordenVerwijderen